Operation Manual

2 Raak OSD COLOR aan om de gewenste
kleur te selecteren.
BLUE (blauw)RED (rood)AMBER (amber)
GREEN (groen)VIOLET (violet)
De kleur van de verlichting
selecteren
U kunt kiezen uit rood en blauw.
1 Raak NEXT aan in het systeemmenu.
2 Selecteer de gewenste kleur door
ILLUMI COLOR aan te raken.
BLUE (blauw)RED (rood)
De positie van de toetsen op het
aanraakpaneel bijstellen
(kalibratie van het aanraakpaneel)
Als u merkt dat de toetsen op het aanraakpa-
neel niet overeenkomen met de plaats die u
aanraakt, kunt u de positie van de toetsen bij-
stellen. Dat kan op twee manieren: 4-punts bij-
stelling, waarbij u de vier hoeken van het
scherm aanraakt; en 16-punts bijstelling,
waarbij u het gehele scherm gebruikt om de
posities nauwkeurig te bepalen.
! Gebruik voor het bijstellen uitsluitend de
bijgeleverde pen en ga voorzichtig met het
scherm om. Als u te hard op het paneel
drukt, kan het beschadigd worden. Gebruik
geen scherp voorwerp zoals een balpen of
een vulpotlood. Daarmee kunt u het
scherm beschadigen.
! Als u de posities niet naar wens kunt bij-
stellen, neem dan contact op met uw
Pioneer leverancier.
1 Raak het bronpictogram aan en raak
daarna OFF aan om het toestel uit te scha-
kelen.
# Als het bronpictogram niet wordt weergege-
ven, kunt u het weergeven door het scherm aan
te raken.
2 Houd EJECT (h) ingedrukt.
Het scherm voor de 4-punts bijstelling van de
toetsen op het aanraakpaneel wordt weergege-
ven.
3 Raak de hoeken van het scherm aan
met de bijgeleverde afstelpen.
# Houd VOLUME/MUTE ingedrukt om het bij-
stellen te annuleren.
4 Druk op EQ om de 4-punts bijstelling te
voltooien.
De aangepaste positiegegevens worden opge-
slagen.
# Schakel de motor niet uit terwijl de aange-
paste positiegegevens worden opgeslagen.
5 Druk op EQ om verder te gaan met de
16-punts bijstelling.
Het scherm voor de 16-punts bijstelling van de
toetsen op het aanraakpaneel wordt weergege-
ven.
# Houd VOLUME/MUTE ingedrukt om het bij-
stellen te annuleren.
6 Raak met de bijgeleverde afstelpen het
midden van het plusteken (+) aan dat op
het scherm wordt weergegeven.
Nadat u alle markeringen hebt aangeraakt,
worden de aangepaste positiegegevens opge-
slagen.
# Schakel de motor niet uit terwijl de aange-
paste positiegegevens worden opgeslagen.
7 Houd VOLUME/MUTE ingedrukt om
het bijstellen te voltooien.
Bediening van het toestel
Nl
57
Hoofdstuk
03
Bediening van het toestel