Operation Manual

! Stel het voorpaneel niet bloot aan direct zon-
licht en hoge temperaturen.
! Indien verwijderd moet het voorpaneel worden
teruggeplaatst voordat u de auto start.
Het voorpaneel verwijderen
% Neem het voorpaneel aan de rechter-
kant met uw vingers langs boven en onder
vast en trek het naar voren.
Druk niet te hard op het voorpaneel, laat het
niet vallen en voorkom contact met water en
andere vloeistoffen om permanente schade te
voorkomen.
Het voorpaneel bevestigen
1 Schuif het voorpaneel naar links.
Het voorpaneel is aan de linkerkant met het
hoofdtoestel verbonden. Controleer of het
voorpaneel goed met het hoofdtoestel verbon-
den is.
2 Druk vervolgens de rechterzijde vast
tot het voorpaneel goed geplaatst is.
# Probeer het opnieuw als het voorpaneel niet
goed is bevestigd. Let op: het voorpaneel kan be-
schadigd raken als u te veel kracht gebruikt.
De microprocessor resetten
Als u op RESET drukt, wordt de microproces-
sor naar de begininstellingen teruggezet. Boe-
kenleggergegevens worden daarbij niet
gewijzigd.
De microprocessor moet in de volgende geval-
len worden gereset:
! Als u dit toestel voor de eerste keer gebruikt
nadat u het hebt geïnstalleerd
! Als het toestel niet naar behoren werkt
! Als er vreemde of onjuiste berichten op het
scherm verschijnen
1 Zet de contactschakelaar UIT.
2 Verwijder het voorpaneel.
Raadpleeg Het voorpaneel verwijderen op deze
bladzijde.
3 Druk met een pen of een ander puntig
voorwerp op RESET.
RESET-toets
Opmerking
Nadat het aansluiten is voltooid, als u alle opge-
slagen instellingen wilt wissen, of als u het toe-
stel naar de fabrieksinstellingen wilt terugzetten,
zet u de motor aan of zet u het contactslot op
ACC ON voordat u op RESET drukt.
Vóór u begint
Nl
13
Hoofdstuk
02
Vóór u begint