Operation Manual
4 Raak a of b aan en selecteer
PANORAMA (panorama).
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een functie geselecteerd:
PANORAMA (panorama)—DIMENSION (di-
mension)—CENTER WIDTH (center width)
5 Raak d aan om de panoramastand in te
schakelen.
# Raak c aan om de panoramastand uit te
schakelen.
6 Raak b aan om DIMENSION te selecte-
ren en raak vervolgens c of d aan om de
balans tussen de luidsprekers voorin en de
surround-luidspreker aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ge-
luid verplaatst naar de luidsprekers voorin of
de surround-luidsprekers.
U kunt de balans tussen de luidsprekers voor-
in en de surround-luidsprekers verplaatsen
tussen de waarden +3 en –3. De waarde wordt
op het display getoond.
7 Raak b aan om CENTER WIDTH te selec-
teren en raak vervolgens c of d aan om
het middelste geluidsbeeld af te stellen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ge-
luid van het middelste kanaal stapsgewijs over
de luidsprekers links en rechts voorin ge-
spreid, met een mogelijke spreidingswaarde
van 0 tot 7.
3 is de standaardwaarde en wordt voor de
meeste opnamen aangeraden. 0 verplaatst
alle middengeluiden naar de middelste luid-
spreker. 7 verdeelt alle middengeluiden over
de luidsprekers links en rechts.
De luidsprekers instellen
Bij deze instellingen kunt u ‘met/zonder’ (of
‘ja/nee’) en de luidsprekergrootte (capaciteit
voor lage tonen) instellen, afhankelijk van de
gemonteerde luidsprekers. De grootte moet
worden ingesteld op LARGE (groot) als de luid-
spreker geluiden van ongeveer 100 Hz of min-
der kan reproduceren. Selecteer anders
SMALL (klein).
! Het lagefrequentiebereik is niet hoorbaar
als de subwoofer is ingesteld op OFF en de
luidsprekers voorin en achterin zijn inge-
steld op SMALL of OFF.
! Niet-geïnstalleerde luidsprekers moeten
worden ingesteld op OFF.
! Stel de luidsprekers voorin of achterin in op
LARGE als de luidsprekers lage tonen kun-
nen reproduceren of als er geen subwoofer
is geïnstalleerd.
1 Raak NEXT aan op het DSP-functieme-
nu.
2 Raak SPEAKER SETTING aan.
3 Raak a of b aan en selecteer de luid-
spreker die u wilt aanpassen.
Telkens als u a of b aanraakt, wordt er als
volgt een luidspreker geselecteerd:
FRONT (voorluidsprekers)—CENTER (midden-
luidspreker)—REAR (achterluidsprekers)—
SUB WOOFER (subwoofer)—PHASE (instel-
ling subwoofer)
# U kunt alleen overschakelen naar PHASE als
de subwoofer is ingesteld op ON.
4 Raak c of d aan en selecteer de juiste
grootte voor de geselecteerde luidspreker.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt de
grootte als volgt geselecteerd:
OFF (uit)—SMALL (klein)—LARGE (groot)
# U kunt niet OFF selecteren als FRONT (voor-
luidsprekers) zijn ingesteld.
# U kunt ON of OFF selecteren als
SUB WOOFER (subwoofer) is geselecteerd.
Verkrijgbare accessoires
Nl
77
Hoofdstuk
04
Verkrijgbare accessoires