Operation Manual

! De waarde van de batterijvermogen-indi-
cator kan afwijken van de werkelijke
waarde.
! Als het batterijvermogen niet beschik-
baar is, geeft de batterijvermogen-indi-
cator niets aan.
9 Signaalniveau-indicator
Deze geeft de signaalsterkte van de mobiele
telefoon aan.
! De waarde van de signaalniveau-indica-
tor kan afwijken van de werkelijke waar-
de.
! Op sommige mobiele telefoons met
Bluetooth draadloze technologie is de
signaalsterkte niet beschikbaar. In dat
geval wordt de signaalsterkte niet weer-
gegeven.
! Als de mobiele telefoon niet in gebruik
is, wordt
weergegeven.
a Telefoon-indicator
Deze geeft aan dat er een telefoon met Blue-
tooth draadloze technologie is aangesloten
(zie Verbinding maken met een mobiele telefoon
op de volgende bladzijde voor meer informa-
tie).
! Als er automatisch verbinding wordt ge-
maakt, knippert de telefoon-indicator.
% Raak het bronpictogram aan en raak
daarna TEL aan om de telefoon te selecte-
ren.
Opmerking
De equalizercurve voor telefoongebruik kan niet
worden gewijzigd. Wanneer u de telefoon als
bron selecteert, kunt u de equalizerfunctie niet
gebruiken. Raadpleeg Equalizercurven oproepen
op bladzijde 39.
Als de multikanaalverwerker op dit toestel is aan-
gesloten, kunt u de equalizer ook bedienen als de
telefoon als signaalbron is geselecteerd. Raad-
pleeg Equalizercurven oproepen op bladzijde 81.
Het toestel instellen voor
handsfree telefoneren
Voordat u de functie voor handsfree telefone-
ren kunt gebruiken, moet u een aantal instel-
lingen op dit toestel opgeven. Dit houdt in dat
u de telefoon op dit toestel moet registreren,
een Bluetooth draadloze verbinding tussen dit
toestel en de telefoon moet maken, en het vo-
lumeniveau moet aanpassen.
1 Verbinden
Raadpleeg Verbinding maken met een mobiele
telefoon op de volgende bladzijde voor meer in-
formatie over het aansluiten van een telefoon
op dit toestel via Bluetooth draadloze techno-
logie.
# De telefoon is nu tijdelijk aangesloten. Om op-
timaal gebruik te kunnen maken van deze tech-
nologie, moet u de telefoon op dit toestel
registreren.
2 Registreren
Raadpleeg Een aangesloten mobiele telefoon
registreren op bladzijde 62 voor informatie over
het registreren van een tijdelijk aangesloten te-
lefoon.
3 Volume instellen
Stel het volume van de mobiele telefoon naar
wens in. Nadat u het volume hebt ingesteld,
wordt dit als standaardinstelling in het geheu-
gen opgeslagen.
# Het gespreksvolume en het volume van het
belsignaal zijn afhankelijk van het type mobiele
telefoon dat u gebruikt.
# Als het volume van het belsignaal en het ge-
spreksvolume erg verschillen, kan het algemene
volumeniveau onstabiel worden.
# Controleer of het volume van de mobiele tele-
foon op het gewenste niveau staat voordat u de
telefoon van dit toestel loskoppelt. Als het volume
van de mobiele telefoon is gedempt (op nul
staat), blijft het gedempt zelfs nadat de telefoon
is losgekoppeld.
Verkrijgbare accessoires
Nl
60
Hoofdstuk
04