Operation Manual
% Raak CAMERA POLARITY aan in het sys-
teemmenu om de juiste instelling te selec-
teren.
! BATTERY – Als de polariteit van de aange-
sloten kabel positief is als de versnellings-
pook in de stand ACHTERUIT (R) staat.
! GROUND – Als de polariteit van de aange-
sloten kabel negatief is als de versnellings-
pook in de stand ACHTERUIT (R) staat.
! OFF – Als er geen achteruitrijcamera op dit
toestel is aangesloten
Oplaadinstelling voor de iPod
U kunt de oplaadinstelling voor de iPod in- of
uitschakelen, ook terwijl u naar de iPod luis-
tert.
! Als u naar de MW-radio luistert terwijl er
een iPod via dit toestel wordt opgeladen,
kan de radio-ontvangst worden verstoord.
Schakel in dat geval de oplaadinstelling
voor de iPod uit.
! Standaard staat deze functie aan.
1 Raak NEXT aan in het systeemmenu.
2 Raak iPod CHARGE aan om opladen van
de iPod in te schakelen.
# Raak iPod CHARGE nogmaals aan om opla-
den van de iPod uit te schakelen.
Opmerking
Voor de beste resultaten wordt aangeraden de
meest recente versie van de iPod-software te ge-
bruiken.
De OSD-kleur selecteren
U kunt de kleur van de OSD wijzigen.
% Raak OSD COLOR aan om de gewenste
kleur te selecteren.
Telkens als u OSD COLOR aanraakt, worden
de kleuren als volgt geselecteerd:
BLUE (blauw)—RED (rood)—AMBER (amber)
—GREEN (groen)—VIOLET (violet)
De kleur van de verlichting
selecteren
Dit toestel is voorzien van meerdere verlich-
tingskleuren. U kunt kiezen uit 112 soorten
kleuren.
Een voorgedefinieerde
verlichtingskleur kiezen
U kunt een verlichtingskleur uit de lijst selecte-
ren.
1 Raak ILLUMI COLOR aan om het hoofd-
menu weer te geven.
2 Raak een van de kleurenlijsten aan.
U kunt tussen de volgende lijsten kiezen.
! BLUE (blauw)
! RED (rood)
! AMBER (geelbruin)
! GREEN (groen)
! VIOLET (paars)
! SCAN (alle kleuren gebruiken)
Opmerking
SCAN is een doorlopende cyclus met alle kleu-
ren.
Zelf een verlichtingskleur instellen
1 Raak ILLUMI COLOR aan om het hoofd-
menu weer te geven.
2 Raak
aan om het menu voor per-
soonlijke aanpassingen weer te geven.
3 Draai VOLUME/MUTE om de gevoelig-
heid in te stellen.
4 Sla de aangepaste kleur op door een
van de voorkeuzetoetsen (
) 1 tot 3 aan-
geraakt te houden tot er een pieptoon
klinkt.
De aangepaste kleur is nu in het geheugen op-
geslagen.
Als u hierna dezelfde voorkeuzetoets aanraakt,
wordt deze kleur uit het geheugen opgeroe-
pen.
Bediening van het toestel
Nl
53
Hoofdstuk
03
Bediening van het toestel