Operation Manual
! Selecteer TV om tv-beelden van een aange-
sloten tv-tuner als signaalbron TV te bekij-
ken.
% Raak AV INPUT aan in het systeemme-
nu om het AV-ingangssignaal te selecteren.
! OFF – Er is geen video-apparaat aangeslo-
ten
! VIDEO – Extern video-apparaat (zoals een
draagbare videospeler)
! S-DVD – Er is een DVD-speler met RCA-
kabel aangesloten
! EXT-VIDEO – Extern video-apparaat (zoals
toekomstig leverbare Pioneer-producten)
! TV – Tv-speler die via een RCA-kabel is aan-
gesloten
De klok instellen
Volg onderstaande instructies om de klok in te
stellen.
1 Raak CLOCK ADJ aan in het systeemme-
nu.
2 Raak ON/OFF aan om de klokweergave
in te schakelen.
# Raak ON/OFF nogmaals aan als u het klokdis-
play wilt uitschakelen.
3 Raak c of d aan en selecteer het onder-
deel van de klokweergave dat u wilt instel-
len.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt er een
deel van de klokweergave geselecteerd:
Uur—Minuut
Als u een deel van de klokweergave selecteert,
wordt het geselecteerde deel gemarkeerd.
4 Raak a of b om de klok gelijk te zet-
ten.
Opmerkingen
! U kunt de klok aan een tijdsignaal koppelen
door JUST aan te raken.
— Minuten worden naar beneden afgerond
tussen 00 en 29. (Bijvoorbeeld 10:18 wordt
afgerond naar 10:00.)
— Minuten worden naar boven afgerond tus-
sen 30 en 59. (Bijvoorbeeld 10:36 wordt af-
gerond naar 11:00.)
! De klok wordt ook op het display getoond als
alle signaalbronnen uit staan.
Instellingen voor de
achteruitrijcamera
LET OP
Pioneer raadt aan een camera te gebruiken
die de beelden in spiegelbeeld weergeeft,
omdat het beeld op het scherm er anders ver-
keerd om kan uitzien.
Dit toestel is voorzien van een functie die er-
voor zorgt dat automatisch wordt overgescha-
keld naar het beeld van de achteruitrijcamera
(stekker REAR CAMERA IN) als die aanwezig
is op het voertuig. Als de versnellingspook in
de stand ACHTERUIT (R) staat, wordt het vi-
deobeeld automatisch overgeschakeld naar
het beeld van de achteruitrijcamera. (Neem
voor meer informatie contact op met uw leve-
rancier.)
! Nadat de achteruitrijcamera is ingesteld,
dient u de werking te controleren door de
versnelling in ACHTERUIT (R) te zetten;
het beeld van de achteruitrijcamera moet
op het display verschijnen.
! Als het beeld van de achteruitrijcamera op
het display verschijnt terwijl u gewoon voor-
uit rijdt, moet u de instellingen van de ach-
teruitrijcamera aanpassen.
! Houd VOLUME/MUTE ingedrukt als u het
beeld van de achteruitrijcamera niet langer
wilt weergeven en wilt terugkeren naar het
display van de signaalbron.
! Het beeld van de achteruitrijcamera kan
ook tijdens het rijden worden weergegeven.
Raak daarvoor het bronpictogram
REARVIEW aan. Raak REARVIEW nog-
maals aan om het beeld van de achteruitrij-
camera uit te schakelen. Raadpleeg
Signaalbronnen selecteren op bladzijde 15
voor meer informatie.
Bediening van het toestel
Nl
52
Hoofdstuk
03