Operation Manual
! U kunt COLOR of HUE niet voor de audio-
signaalbron aanpassen.
1 Raak PICTURE ADJUSTMENT aan in het
systeemmenu.
De namen van de instellingsfuncties worden
weergegeven.
2 Raak één van de volgende toetsen op
het aanraakpaneel aan om de aan te pas-
sen functie te selecteren.
! BRIGHTNESS – Helderheid
! CONTRAST – Contrast
! COLOR – Kleurverzadiging
! HUE – Tint (rood of groen wordt benadrukt)
! DIMMER – Helderheid van de weergave
! REAR VIEW/SOURCE – Schakelen tussen
de beeldinstellingsstanden
# U kunt de beeldinstelling voor de achteruitrij-
camera niet aanpassen als CAMERA POLARITY
op OFF is ingesteld. (Raadpleeg Instellingen voor
de achteruitrijcamera op de volgende bladzijde.)
# Bij sommige achteruitrijcamera’s kan het
beeld niet worden aangepast.
3 Raak c of d aan en pas het geselec-
teerde item aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van het geselecteerde item verhoogd of
verlaagd. U kunt het niveau verhogen of verla-
gen tussen de waarden +24 en –24. De waar-
de wordt op het display getoond.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
De dimmer aanpassen
Om te voorkomen dat het display’s avonds te
fel schijnt, wordt het automatisch gedimd
wanneer u de koplampen van het voertuig
aanzet. U kunt de dimmer aan- of uitzetten.
1 Raak PICTURE ADJUSTMENT aan in het
systeemmenu.
De namen van de instellingsfuncties worden
weergegeven.
2 Raak DIMMER aan.
3 Raak c of d aan en pas de helderheid
aan.
Telkens als u c of d aanraakt, gaat de cursor
naar links of rechts.
Het niveau geeft de helderheid aan van het
scherm dat wordt aangepast. Hoe verder u de
cursor naar rechts verplaatst, hoe helderder
het scherm wordt.
4 Raak ESC aan om de toetsen van het
aanraakpaneel te verbergen.
Een achtergronddisplay selecteren
U kunt de achtergronddisplays in- of uitscha-
kelen terwijl u naar een signaalbron luistert.
! Als u naar muziek luistert van bijvoorbeeld
de radio of een CD, kunt u op de achter-
grond video weergeven via AV (AV-signaal).
% Raak BACKGROUND aan in het sys-
teemmenu om de gewenste achtergrond-
display te selecteren.
Audiosignaalbron
BGP1 (achtergrondafbeelding 1)—BGP2 (ach-
tergrondafbeelding 2)—BGP3 (achtergrondaf-
beelding 3)—AV (AV-signaal)
Videosignaalbron
OFF (uit)—BGP1 (achtergrondafbeelding 1)—
BGP2 (achtergrondafbeelding 2)—BGP3 (ach-
tergrondafbeelding 3)—AV (AV-signaal)
# Als AV (AV-signaal) niet is ingesteld op
VIDEO, kunt u AV niet selecteren. (Raadpleeg
deze bladzijde.)
Het AV-ingangssignaal instellen
U kunt overschakelen tussen de instellingen
van het aangesloten apparaat.
! Selecteer VIDEO om een video van een
aangesloten apparaat als AV signaalbron
te bekijken.
! Selecteer S-DVD om video van een aange-
sloten dvd-speler als signaalbron S-DVD te
bekijken.
! Selecteer EXT-VIDEO om video van een
aangesloten videospeler als signaalbron
EXT te bekijken.
Bediening van het toestel
Nl
51
Hoofdstuk
03
Bediening van het toestel