Operation Manual
Bluetooth-telefoon
Basisbediening
2
2
2
1
1
1
3
3
3
4
4
4
5
5
5
6
6
6
9
8
7
! Als u een Bluetooth-adapter (bijvoorbeeld
CD-BTB200) gebruikt, kunt u op dit toestel
een mobiele telefoon met Bluetooth-techno-
logie aansluiten voor handsfree bellen tij-
dens het rijden.
! In sommige landen is CD-BTB200 niet in de
handel verkrijgbaar.
Belangrijk
! Als u dit toestel gebruikt in combinatie met
een mobiele telefoon met Bluetooth draadloze
technologie terwijl de motor niet draait, kan
de accu leeg raken.
! Handelingen die uw aandacht vereisen zoals
het kiezen van nummers op het display, het
gebruik van het telefoonboek enz. zijn niet toe-
gelaten tijdens het rijden. Als u dergelijke han-
delingen wilt uitvoeren, dient u het voertuig
eerst veilig te parkeren.
1 Bronpictogram
Dit pictogram geeft aan welke signaalbron
is geselecteerd.
2 Indicator gebruikersnummer
Deze toont het registratienummer van de
mobiele telefoon.
3 Naam van het apparaat
Toont de apparaatnaam van de mobiele tele-
foon.
4 Indicator automatisch beantwoorden/
automatisch weigeren
Deze geeft aan of de functie Automatisch
beantwoorden is geactiveerd (zie Automa-
tisch beantwoorden instellen op bladzijde 83
voor meer informatie).
Deze geeft aan wanneer de functie Automa-
tisch weigeren is geactiveerd (raadpleeg Au-
tomatisch weigeren instellen op bladzijde 83
voor meer informatie).
5 Spraakherkenningindicator
Deze geeft aan of de functie Spraakherken-
ning is geactiveerd (zie Spraakherkenning op
de volgende bladzijde voor meer informatie).
6 Signaalniveau-indicator
Deze geeft de signaalsterkte van de mobiele
telefoon aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van de werkelijke signaalsterkte.
! Op sommige mobiele telefoons met
Bluetooth draadloze technologie is de
signaalsterkte niet beschikbaar. In dat
geval wordt de signaalsterkte niet weer-
gegeven.
! Als de mobiele telefoon niet in gebruik
is, wordt
weergegeven.
7 Telefoonindicator
Deze geeft aan dat er een telefoon met Blue-
tooth draadloze technologie is aangesloten
(zie Verbinding maken met een mobiele tele-
foon op bladzijde 78 voor meer informatie).
! Als er automatisch verbinding wordt ge-
maakt, knippert de telefoonindicator.
8 Indicator batterijvermogen
Deze geeft het vermogen van de batterij van
de mobiele telefoon aan.
! De waarde die de indicator aangeeft kan
afwijken van het werkelijke batterijni-
veau.
! Als het batterijvermogen niet kan worden
vastgesteld, geeft de indicator niets aan.
9 Indicator inkomend gesprek
Deze geeft aan dat er een inkomend gesprek
is ontvangen dat u nog niet hebt gezien.
Verkrijgbare accessoires
Nl
76
Hoofdstuk
19