Operation Manual
5 Raak c of d naast Frequency aan om
de drempelfrequentie te selecteren.
Druk herhaaldelijk op c of d om de drempel-
frequentie in deze volgorde te selecteren:
50Hz—63Hz—80Hz—100Hz—125Hz
De subwoofer geeft alleen frequenties bene-
den de geselecteerde waarde weer.
De lage tonen versterken
De bass boost-functie versterkt de lage tonen
(bastonen).
1 Raak Bass Booster aan op het audio-
functiemenu.
2 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste niveau.
U kunt het niveau verhogen of verlagen tussen
de waarden 0 en +6. De waarde wordt op het
display getoond.
Het high pass filter
Als u wilt dat de luidsprekers voorin of achter-
in geen lage tonen (tonen uit het frequentiebe-
reik van de subwoofer) weergeven, kunt u het
high pass filter (HPF) aanzetten. Alleen fre-
quenties boven het geselecteerde bereik wor-
den weergegeven via de voor- of
achterluidsprekers.
1 Raak High Pass Filter aan op het audio-
functiemenu.
2 Raak d naast High Pass Filter aan om
het high pass filter in te schakelen.
# Raak c aan om het high pass filter uit te scha-
kelen.
3 Raak c of d naast Frequency aan om
de drempelfrequentie te selecteren.
Druk herhaaldelijk op c of d om de drempel-
frequentie in deze volgorde te selecteren:
50Hz—63Hz—80Hz—100Hz—125Hz
De luidsprekers voorin of achterin geven dan
alleen frequenties boven het geselecteerde be-
reik weer.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling) kunt u het volumeniveau
van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselin-
gen voorkomen wanneer naar een andere sig-
naalbron wordt overgeschakeld.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
1 Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
2 Raak Source Level Adjuster aan op het
audiofunctiemenu.
3 Raak c of d aan om het bronvolume
aan te passen.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van het bronvolume verhoogd of ver-
laagd.
U kunt het volume van de signaalbron verho-
gen of verlagen tussen de waarden +4 en –4.
De waarde wordt op het display getoond.
Opmerkingen
! Het MW/LW-volumeniveau kan ook met de
functie SLA worden aangepast.
! Video-cd, cd, gecomprimeerde audio en DivX
worden automatisch op hetzelfde volumeni-
veau ingesteld.
! De iPod en het USB-opslagapparaat worden
automatisch op hetzelfde volume afgesteld.
! Extern toestel 1 en extern toestel 2 worden au-
tomatisch op hetzelfde volumeniveau inge-
steld.
Audio-instellingen
Nl
55
Hoofdstuk
13
Audio-instellingen