Operation Manual
De uitgang van het scherm
achterin instellen
De uitgang voor de monitor achterin kan als
volgt worden ingesteld.
! Mirror – De bron op het scherm voorin van
dit toestel
Disc – Video en geluid van de disc
USB/iPod 1 – Video en geluid van het USB-
opslagapparaat
SD – Video en geluid van de SD-kaart
AV – Video en geluid van de AV-ingang
Off– Geen bron
Opmerkingen
! DivX-bestanden kunnen niet tegelijk op het
scherm achterin en voorin worden afgespeeld.
! Het scherm achterin kan alleen gebruikt wor-
den op USB-ingang 1.
! USB/iPod 1 en SD zijn alleen compatibel met
DivX/MPEG-4/WMV/H.264.
! Deze functie kan niet gebruikt worden wan-
neer MIXTRAX gebruikt wordt. Als u MIXTRAX
gebruikt wanneer deze functie gebruikt wordt.
wordt deze functie uitgeschakeld.
De positie van de toetsen
op het aanraakpaneel
bijstellen (kalibratie van
het aanraakpaneel)
Als u merkt dat de toetsen op het aanraakpa-
neel niet overeenkomen met de plaats die u
aanraakt, kunt u de positie van de toetsen bij-
stellen. Dat kan op twee manieren: 4-puntsbij-
stelling, waarbij u de vier hoeken van het
scherm aanraakt; en 16-puntsbijstelling, waar-
bij u het gehele scherm gebruikt om de posi-
ties nauwkeurig te bepalen.
! Parkeer het voertuig op een veilige plaats
voordat u deze functie gebruikt. Gebruik
deze functie niet tijdens het rijden.
! Raak het scherm zacht aan tijdens het bij-
stellen. Te hard drukken op het aanraakpa-
neel kan tot beschadiging leiden. Gebruik
geen scherpe voorwerpen zoals een balpen
of vulpotlood omdat u daarmee het scherm
kunt beschadigen.
! Als u de posities niet naar wens kunt bij-
stellen, neem dan contact op met uw
Pioneer-leverancier.
1 Zet het toestel uit.
Raadpleeg Basisbediening op bladzijde 10.
2 Houd HOME ingedrukt om de kalibratie
van het aanraakpaneel te starten.
Het scherm voor de 4-puntsbijstelling van de
toetsen op het aanraakpaneel wordt weergege-
ven. Als er twee punten tegelijk worden weer-
gegeven, raakt u beide aan.
3 Raak de pijlen aan in de vier hoeken
van het scherm.
# Houd HOME ingedrukt om het bijstellen te
annuleren.
4 Druk op HOME om de 4-puntsbijstelling
te voltooien.
De aangepaste positiegegevens worden opge-
slagen.
# Schakel de motor niet uit terwijl de aange-
paste positiegegevens worden opgeslagen.
5 Druk op HOME om verder te gaan met
de 16-puntsbijstelling.
Het scherm voor de 16-puntsbijstelling van de
toetsen op het aanraakpaneel wordt weergege-
ven.
# Houd HOME ingedrukt om het bijstellen te
annuleren.
6 Raak zachtjes het midden van de + mar-
kering aan die op het scherm wordt weer-
gegeven.
Nadat u alle markeringen hebt aangeraakt,
worden de aangepaste positiegegevens opge-
slagen.
# Schakel de motor niet uit terwijl de aange-
paste positiegegevens worden opgeslagen.
7 Houd HOME ingedrukt om het bijstel-
len te voltooien.
Nl
68
Hoofdstuk
14
Overige functies