Operation Manual

1 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 46.
2 Raak Video Signal Setting aan in het
functiemenu.
De onderdelen in Video Signal Setting wor-
den weergegeven.
! AV Het videosignaal voor AV aanpassen
! AUX Het videosignaal voor AUX aanpas-
sen
! Camera Het videosignaal voor de achter-
uitrijcamera aanpassen
3 Raak c of d aan om het gewenste vi-
deosignaal te selecteren.
AutoPALNTSCPAL-MPAL-N
SECAM
Artwork Dance instellen
Als een MIXTRAX-song wordt afgespeeld, kan
de afbeeldingsillustratie op de muziek bewe-
gen.
1 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 46.
2 Raak Artwork Dance setting aan in het
systeemmenu en selecteer On of Off.
De beeldinstellingen aanpassen
Voor elke bron en de achteruitrijcamera kunt u
de volgende instellingen aanpassen:
Brightness (helderheid), Contrast (contrast),
Color (kleur), Hue (tint), Dimmer (dimmer) en
Temperature (temperatuur).
! Color, Hue en Contrast kunnen niet wor-
den aangepast voor de audiosignaalbron.
1 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 46.
2 Als u Picture Adjustment aanpast, selec-
teert u het toestel.
NAVI
Apps
Picture Adjustment uitvoeren
voor het navigatiesysteem als de
RGB-ingang is ingesteld op
NAVI.
Picture Adjustment uitvoeren
voor de stand Advanced App als
de RGB-ingang is ingesteld op
iPhone.
Picture Adjustment aanpassen
voor de achteruitrijcamera.
Source
Picture Adjustment aanpassen
voor de bron.
3 Gebruik de volgende aanraaktoetsen
op het paneel om de gewenste functie te
bedienen.
De onderdelen in Picture Adjustment worden
weergegeven.
! Brightness Helderheid
! Contrast Contrast
! Color Kleurverzadiging
! Hue Tint (rood of groen wordt benadrukt)
! Dimmer Helderheid van het display
! Temperature Kleurtemperatuur. Hiermee
kunt u de witbalans verbeteren.
! RGB Dot Adjustment Past de fasever-
schuiving van de dotklok aan als een navi-
gatiesysteem is aangesloten.
# U kunt Hue alleen aanpassen als het kleursys-
teem is ingesteld op NTSC.
# Bij sommige achteruitrijcameras kan het
beeld niet worden aangepast.
4 Raak c of d aan en pas het geselec-
teerde item aan.
Telkens als u c of d aanraakt, wordt het ni-
veau van het geselecteerde item verhoogd of
verlaagd.
# Dimmer kan worden ingesteld tussen +1 en
+48.
# Temperature kan worden ingesteld tussen +3
en -3.
Nl
60
Hoofdstuk
13
Menufuncties