Operation Manual
2 Raak Safe Mode op het systeemmenu
aan om de Bluetooth-veiligheidsmodus in
of uit te schakelen.
Instellingen voor de
achteruitrijcamera
LET OP
Pioneer raadt aan een camera te gebruiken
die het beeld in spiegelbeeld weergeeft,
omdat anders het beeld op het scherm omge-
keerd wordt weergegeven.
Dit toestel is voorzien van een functie die er-
voor zorgt dat automatisch wordt overgescha-
keld naar het beeld van de achteruitrijcamera
(R.C IN) als die aanwezig is op het voertuig en
de versnellingspook in de stand ACHTERUIT
(R) wordt gezet. (Neem voor meer informatie
contact op met uw leverancier.)
! Nadat de achteruitrijcamera is ingesteld,
dient u de werking te controleren door de
versnelling in ACHTERUIT (R) te zetten;
het beeld van de achteruitrijcamera moet
op het display verschijnen.
! Als het beeld van de achteruitrijcamera op
het display verschijnt terwijl u gewoon voor-
uit rijdt, moet u de instellingen van de ach-
teruitrijcamera wijzigen.
! Houd MUTE ingedrukt als u het beeld van
de achteruitrijcamera niet langer wilt weer-
geven en wilt terugkeren naar het display
van de signaalbron.
! Raak het bronpictogram RearView aan als
u het beeld van de achteruitrijcamera wilt
weergeven terwijl u rijdt. Raak het picto-
gram nogmaals aan om de achteruitrijca-
mera uit te schakelen. Raadpleeg Een bron
selecteren met de toetsen op het aanraakpa-
neel op bladzijde 11 voor meer informatie.
1 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 46.
2 Raak Camera Polarity aan in het sys-
teemmenu om de juiste instelling te selec-
teren.
! Battery – Als de polariteit van de aangeslo-
ten kabel positief is als de versnellingspook
in de stand ACHTERUIT (R) staat
! Ground – Als de polariteit van de aangeslo-
ten kabel negatief is als de versnellingspook
in de stand ACHTERUIT (R) staat
! Off – Als er geen achteruitrijcamera op dit
toestel is aangesloten
Opmerking
U kunt de achteruitweergave ook overschakelen
door op de aanraaktoets te drukken, ongeacht de
instelling van Camera Polarity in het systeem-
menu.
Raadpleeg Basisbediening op bladzijde 10.
Het videoformaat selecteren
U kunt het video-uitgangformaat van V OUT
instellen op NTSC en PAL.
1 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 46.
2 Raak Video Output Format aan in het
systeemmenu om het video-uitgangfor-
maat te selecteren.
NTSC—PAL
Opmerking
Vanaf dit toestel kunt u het video-uitgangformaat
alleen instellen voor de bron.
Het videosignaal instellen
Als u een AV-apparaat op dit toestel aansluit,
moet u een geschikt videosignaal voor dat ap-
paraat instellen.
! Standaard is deze functie ingesteld op
Auto zodat dit toestel de videosignaalin-
stelling automatisch aanpast.
! U kunt deze functie alleen gebruiken voor
een videosignaal dat wordt ingevoerd via
de AV-ingang.
Nl
59
Hoofdstuk
13
Menufuncties
Menufuncties