Operation Manual
Systeeminstellingen
De externe ingang in- of
uitschakelen
Schakel deze instelling in als een extern appa-
raat op dit toestel is aangesloten.
1 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 41.
2 Raak AUX Input op het systeemmenu
aan om AUX Input in- of uit- te schakelen.
Het AV-ingangssignaal instellen
Schakel deze instelling in als een externe vide-
ocomponent op dit toestel is aangesloten.
1 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 41.
2 Raak AV Input op het systeemmenu
aan om AV Input in- of uit- te schakelen.
De achteruitgang en de
subwoofer instellen
U kunt de achteruitgang van dit toestel (de
aansluiting voor de luidspreker achterin en de
RCA-achteruitgang) gebruiken om een luid-
spreker met volledig bereik (Full) of een sub-
woofer (Subwoofer) aan te sluiten. Als u de
achteruitgang op Subwoofer zet, kunt u de
luidspreker achterin rechtstreeks op een sub-
woofer aansluiten, zonder een externe verster-
ker te gebruiken.
Standaard is dit toestel ingesteld voor het aan-
sluiten van een luidspreker achterin met volle-
dig bereik (Full).
1 Zet het toestel uit.
Raadpleeg Basisbediening op bladzijde 10.
2 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 41.
3 Raak Rear Speaker in het systeemmenu
aan om de subwooferuitgang of luidspre-
ker met volledig bereik in te stellen.
# Als er geen subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, selecteert u Full (luidspreker met
volledig bereik).
# Als er een subwoofer op de achteruitgang is
aangesloten, selecteert u Subwoofer (subwoo-
fer).
# Als de achteruitgang op Subwoofer is inge-
steld, kunt u onderstaande handeling niet uitvoe-
ren.
Opmerkingen
! Als u deze instelling wijzigt, is er pas een uit-
gangssignaal als u de subwooferuitgang in-
schakelt (raadpleeg De subwooferuitgang op
bladzijde 44).
! Als u deze instelling wijzigt, wordt de subwoo-
feruitgang in het audiomenu teruggezet naar
de fabrieksinstellingen.
! De uitgangsaansluiting voor de luidsprekers
achterin en de RCA-achteruitgang worden te-
gelijkertijd omgezet.
De FM-afstemstap instellen
Standaard wordt er bij automatisch afstem-
men een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt,
en 100 kHz als de functie AF of TA is ingescha-
keld. Maar soms krijgt u een beter resultaat
als ook bij het afstemmen op alternatieve fre-
quenties (AF) een afstemstap van 50 kHz
wordt gebruikt.
! Bij handmatig afstemmen blijft de afstem-
stap 50 kHz.
1 Selecteer de bron Radio.
Raadpleeg Basisbediening op bladzijde 10.
2 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 41.
Nl
50
Hoofdstuk
11
Menufuncties