Operation Manual

De subwooferuitgang
Dit toestel is voorzien van een in- en uitscha-
kelbare subwooferuitgang.
! Als de subwooferuitgang is ingeschakeld,
kunt u de drempelfrequentie en het uit-
gangsniveau van de subwoofer instellen.
1 Geef het audiofunctiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 41.
2 Raak Subwoofer aan in het audiofunc-
tiemenu.
3 Raak On of Off naast Subwoofer aan
om het uitgangssignaal van de subwoofer
in- of uit te schakelen.
4 Raak Normal of Reverse naast Phase
aan om de fase-instelling voor het uit-
gangssignaal van de subwoofer te selecte-
ren.
5 Raak c of d naast Level aan om het uit-
gangsniveau van de subwoofer in te stel-
len.
Bereik: +6 t/m -24
6 Raak c of d naast Frequency aan om
de drempelfrequentie te selecteren.
50Hz63Hz80Hz100Hz125Hz
De subwoofer geeft alleen frequenties bene-
den de geselecteerde waarde weer.
De lage tonen versterken
U kunt het niveau van de lage tonen verster-
ken.
1 Geef het audiofunctiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 41.
2 Raak Bass Booster aan in het audio-
functiemenu.
3 Raak c of d aan en selecteer het ge-
wenste niveau.
Bereik: 0 t/m +6
Het high pass filter
Als u wilt dat de luidsprekers voorin of achter-
in geen lage tonen (tonen uit het frequentiebe-
reik van de subwoofer) weergeven, kunt u het
high pass filter (HPF) aanzetten. Alleen fre-
quenties boven het geselecteerde bereik wor-
den weergegeven door de voor- of
achterluidsprekers.
1 Geef het audiofunctiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 41.
2 Raak High Pass Filter aan in het audio-
functiemenu.
3 Raak c of d naast Frequency aan om
de drempelfrequentie te selecteren.
Off (uit)50Hz63Hz80Hz100Hz
125Hz
Alleen frequenties boven het geselecteerde be-
reik worden weergegeven via de voor- of ach-
terluidsprekers.
Het bronniveau aanpassen
Met de functie SLA (Source Level Adjustment,
bronniveauregeling), kunt u het volumeniveau
van alle signaalbronnen afzonderlijk instellen.
Hierdoor kunt u plotselinge volumewisselin-
gen voorkomen wanneer naar een andere sig-
naalbron wordt overgeschakeld.
! De instellingen zijn gebaseerd op het FM-
volumeniveau, dat u niet kunt wijzigen.
1 Geef het audiofunctiemenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 41.
2 Vergelijk het volumeniveau van de sig-
naalbron die u wilt aanpassen met het FM-
volumeniveau.
3 Raak Source Level Adjuster aan in het
audiofunctiemenu.
4 Raak a of b aan om het bronvolume
aan te passen.
Bereik: +4 t/m 4
Nl
44
Hoofdstuk
11
Menufuncties