Operation Manual
! Als er geen subwoofer op de achteruitgang
is aangesloten, selecteert u Rear (Achter).
! Als er een subwoofer op de achteruitgang
is aangesloten, selecteert u Subwoofer
(subwoofer).
1 Zet het toestel uit.
Raadpleeg Basisbediening op bladzijde 9.
2 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 32.
3 Raak Rear Speaker aan in het systeem-
menu.
4 Raak Rear Speaker aan om de subwoo-
feruitgang of luidspreker met volledig be-
reik in te stellen.
5 Raak Preout aan om de gewenste in-
stelling voor de achteruitgang of subwoo-
fer in te schakelen.
Opmerkingen
! Als u deze instelling wijzigt, is er pas een uit-
gangssignaal als u de subwooferuitgang in-
schakelt (raadpleeg De subwooferuitgang op
bladzijde 34).
! Als u deze instelling wijzigt, wordt de subwoo-
feruitgang in het audiomenu teruggezet naar
de fabrieksinstellingen.
De FM-afstemstap instellen
Standaard wordt er bij automatisch afstem-
men een FM-afstemstap van 50 kHz gebruikt,
en 100 kHz als de functie AF of TA is ingescha-
keld. Maar soms krijgt u een beter resultaat
als ook bij het afstemmen op alternatieve fre-
quenties (AF) een afstemstap van 50 kHz
wordt gebruikt.
! Bij handmatig afstemmen blijft de afstem-
stap 50 kHz.
1 Zet het toestel uit.
Raadpleeg Basisbediening op bladzijde 9.
2 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 32.
3 Raak FM Step aan in het systeemmenu
om de FM-afstemstap te selecteren.
Telkens als u FM Step aanraakt, wijzigt u de
FM-afstemstap tussen 50 kHz en 100 kHz. De
geselecteerde FM-afstemstap verschijnt op het
display.
RDS-instelling
Alleen regionale zenders zoeken
Als de functie AF is ingeschakeld, kan de re-
gionale functie gebruikt worden om het zoe-
ken tot regionale programma’s te beperken.
De regionale functie kan voor elke FM-frequen-
tieband afzonderlijk worden in- of uitgescha-
keld.
1 Zet het toestel uit.
Raadpleeg Basisbediening op bladzijde 9.
2 Geef het systeemmenu weer.
Raadpleeg Inleiding van de menufuncties op
bladzijde 32.
3 Raak RDS Setup aan in het systeemme-
nu.
4 Raak Regional in het menu aan om de
regionale functie in te schakelen.
# Raak Regional nogmaals aan om de regio-
nale functie uit te schakelen.
Alternatieve frequenties kiezen (AF)
Als deze functie is ingeschakeld, zoekt de
tuner automatisch naar een andere zender in
hetzelfde netwerk wanneer de ontvangst niet
goed is.
De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-
band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.
1 Zet het toestel uit.
Raadpleeg Basisbediening op bladzijde 9.
Nl
41
Hoofdstuk
10
Menufuncties
Menufuncties