Operation Manual

Audio-instellingen
Nl
11
Hoofdstuk
94
Opmerking
Als u instellingen aanpast, wordt de CUSTM-cur-
ve overeenkomstig aangepast.
Balansinstelling gebruiken
U kunt de fader/balans instellen voor een opti-
male geluidsweergave voor alle plaatsen in
het voertuig.
1 Druk op AUDIO om de F/B (fader/ba-
lans) te selecteren.
2 Druk op
of
om de balans tussen
de voor- en achterluidsprekers in te stel-
len.
Telkens als u
of
indrukt, zal de balans tus-
sen de voor- en achterluidsprekers naar voren
of achteren verplaatst worden.
FADER F15” – “FADER R15” wordt weerge-
geven als de balans van de voor- en achterluid-
sprekers van voren naar achteren wordt
verplaatst.
FADER FR00” is de juiste instelling wanneer
u slechts twee luidsprekers gebruikt.
Wanneer het REAR instelling “SUB.W” is,
kunt u de balans tussen de voor- en achter-luid-
sprekers niet instellen. Zie Achteruitgang en de
subwooferregeling instellen op bladzijde 102.
3 Druk op
of
om de balans tussen
de linker- en rechterluidsprekers in te stel-
len.
Telkens als u op
of
drukt, zal de balans
tussen de linker- en rechterluidsprekers naar
links of rechts verplaatst worden.
BALANCE L09” – “BALANCE R09” wordt
weergegeven als de balans tussen de linker- en
rechterluidsprekers van links naar rechts
schuift.
Lage en hoge tonen
aanpassen
Gebruik deze functie om de bas en treble aan
te passen. De mogelijkheid een frequentie en
het niveau te selecteren, biedt u een goede
controle over de tonale balans van het audio.
Als de EQ-EX-functie is geselecteerd en al-
leen als EQ-EX aan staat en “CUSTM” is
geselecteerd als equalizercurve, kunt u
overschakelen naar het aanpassen van de
instellingen voor de lage en hoge tonen.
Als SFEQ is ingesteld op “FRT1”, is de aan-
passing van de lage tonen alleen van toe-
passing op de achteruitgang: de
vooruitgang kan niet worden afgesteld.
Als SFEQ ingesteld werd op “FRT1” of
FRT2”, is de aanpassing van de hoge to-
nen alleen van toepassing op de vooruit-
gang: de achteruitgang kan niet worden
afgesteld.
Gebruiken van de instelling
voor de lage tonen
U kunt de drempelfrequentie en het niveau
van de lage tonen instellen.
1 Druk op AUDIO en vervolgens op BASS
om de instelling van de lage tonen te se-
lecteren.
2 Selecteer de gewenste frequentie met
of
.
Druk op
of
tot de gewenste frequentie op
het display verschijnt.
4063100160 (Hz)
3 Druk op
of
om het niveau van de
lage tonen in te stellen.
Iedere keer u op
of
drukt, wordt het ni-
veau van de lage tonen verhoogd of verlaagd.
Waarden tussen “+6” – “–6” zullen op het dis-
play verschijnen terwijl het niveau wordt ver-
hoogd of verlaagd.
CRB1948A_Dutch.book Page 94 Friday, May 7, 2004 10:59 AM