Operation Manual
02
Hoofdstuk
Navigatie
39
Nl
Nederlands
Een opstopping vermijden
Met deze functie kunt u de vanaf de volgende
splitsing nog voor u liggende delen van het
traject blokkeren en een omleidingsroute be-
rekenen als u op een file of een wegafsluiting
afrijdt.
Lengte van de omleiding
invoeren
1 Druk op .
2 Selecteer de lengte van de omleiding
en druk op NAVI/OK.
(omgekeerd) wordt weergegeven en de
route wordt berekend.
Omleidingsroute wissen
1 Druk op .
2 Om een blokkade te verwijderen, druk
op NAVI/OK binnen de 8 seconden.
De route wordt herberekend waarna de navi-
gatie wordt gestart.
Om de routebegeleiding verder te zetten,
drukt u op BACK.
Tussenstop
De optie tussenstop biedt u de mogelijkheid
om in de actieve route een tussenstop in te
voeren.
Tussenstop invoeren
1 Druk op .
2 Selecteer de manier om een tussen-
stop in te voeren.
“VORIGE BEST.” en “BEST. GEHEUGEN” zijn
enkel beschikbaar als de informatie bewaard
is.
VORIGE BEST.: u kan de locatie specifiëren
die u bezocht hebt als tussenstop. Zie Een be-
stemming selecteren uit het geheugen op
bladzijde 27.
BESTEMMING: voer de tussenstopinforma-
tie in vanaf het vertrekpunt. Zie Informatie van be-
stemming invoeren op bladzijde 24.
BIJZONDERE BEST.: specifieert een speciale
bestemming als tussenstop. Zie Een bijzondere
bestemming als bestemming selecteren op
bladzijde 26.
BEST. GEHEUGEN: specifieert de locatie die
is opgeslagen in het bestemmingsgeheugen als
tussenstop. Zie Een bestemming selecteren uit
het geheugen op bladzijde 27.
3 De locatie specifiëren die u wenst te
registreren als tussenstop door dezelfde
bediening te bevestigen als voor de be-
stemming.
Zie Informatie van bestemming invoeren op
bladzijde 24.
CRB1948A_Dutch.book Page 39 Friday, May 7, 2004 10:59 AM