Operation Manual

02
Hoofdstuk
21
Nl
Nederlands
Navigatie
Aanwijzingen m. b. t.
veiligheid
Neem in elk geval de voorschriften van het
wegenverkeersreglement in acht.
Verkeersborden en plaatselijke verkeers-
voorschriften hebben altijd prioriteit.
De routebegeleiding is beperkt tot perso-
nenauto’s. Er wordt geen rekening gehou-
den met specifieke aanbevelingen over de
route en voorschriften voor andere voertui-
gen (bijv. bedrijfswagens).
De plaats van bestemming mag alleen
worden ingevoerd als de auto stilstaat.
Gedigitaliseerd gebied
Bepaalde navigatie-CD’s worden geleverd
met dit product. Deze CD’s bevatten een
gedigitaliseerde wegenkaart. Op deze we-
genkaart zijn de snelwegen, provinciale, re-
gionale wegen en plaatselijke wegen
opgeslagen. Grotere steden en gemeentes
zijn volledig ingevoerd. Bij kleinere steden
en gemeentes staan de regionale en plaat-
selijke wegen of doorgaande wegen alsme-
de het centrum van de bebouwde kom
vermeld.
Er is zoveel mogelijk rekening gehouden
met eenrichtingswegen, voetgangersge-
bieden, plaatsen waar een verbod geldt om
af te slaan en andere verkeersregelingen.
Gezien het wegennet en de bijbehorende
verkeersregelingen doorlopend worden ge-
wijzigd, is het mogelijk dat de gegevens op
de navigatie-CD en de plaatselijke situatie
niet geheel overeenkomen.
Als u een betemming bepaalt die niet be-
staat op de navigatie-CD in de laadsleuf,
verschijnt een boodschap op het display
deze CD te vervangen met een andere navi-
gatie-CD. Nadat u de relevante navigatie-
CD heeft ingevoerd, voert u de straatnaam
in en, indien nodig, het huisnummer of het
stadscentrum. De vereiste kaartgegevens
worden geladen en intern bewaard nadat
de routeberekening van start is gegaan.
Basisbediening voor
navigatie
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het navigatie-
systeem kan gebruiken. Uitleg van de meer
geavanceerde functies van het navigatie-sy-
steem begint op volgende bladzijde.
Als het navigatiesysteem voor het eerst wordt
opgestart, zie Navigatie gebruiken op
bladzijde 17 voor de basisbediening.
Het navigatiescherm weerge-
ven
1 De navigatie-CD instellen.
Om de navigatie-CD in te stellen, zie Navigatie
gebruiken op bladzijde 17.
2Wanneer het audiodisplay weergege-
ven wordt, drukt u op NAVI/OK om toe-
gang te verkrijgen tot de navigatie-
modus.
Het basismenu van het navigatiesysteem ver-
schijnt na een tijdje. Voor de volgende bedie-
ning, zie Basismenu van het navigatiesysteem
op bladzijde 22.
Opmerkingen
De kaartgegevens staan op de navigatie-CD’s.
Als het navigatiesysteem voor het eerst wordt
opgestart, moet de navigatie-CD worden gela-
den.
CRB1948A_Dutch.book Page 21 Friday, May 7, 2004 10:59 AM