User manual

9Nl
Nederlands
Link-weergavemodus
U kunt songs oproepen op basis van de momenteel weergegeven artiest,
album of genre.
1 Terwijl u naar een song luistert, houdt u ingedrukt om naar de link-
weergavemodus te gaan.
2 Draai de M.C.-knop om de modus ([ARTIST], [ALBUM], [GENRE]) te
selecteren, druk daarna op de knop om te bevestigen.
De geselecteerde song/het geselecteerde album wordt weergegeven na de
mo
menteel weergegeven song.
OPMERKING
De geselecteerde song/het geselecteerde album kan worden geannuleerd als u andere
functies gebruikt dan functies uit de link-weergavemodus (bijv. snel vooruit en achteruit).
iPod-bediening
U kunt het toestel bedienen via een aangesloten iPod.
De volgende iPod-modellen zijn niet compatibel met deze functie.
–iPod nano 1e generatie, iPod met video
1 Druk op BAND/ tijdens het afspelen en selecteer vervolgens de
bedieningsmodus.
[CO
NTROL iPod]: De iPod-functie van het toestel kan bediend worden op
de aangesloten iPod.
[CO
NTROL AUDIO]: De iPod-functie van het toestel kan alleen bediend
worden met de knoppen op het toestel of met de bijgeleverde
afstandsbediening. In deze modus kan de aangesloten iPod niet worden in-
of uitgeschakeld.
OPMERKINGEN
Als u overschakelt naar de bedieningsmodus [CONTROL iPod] wordt het afspelen van de
song gepauzeerd. Gebruik de aangesloten iPod om het afspelen te hervatten.
De volgende bedieningen zijn nog steeds mogelijk op het toestel, zelfs als de
bedieningsmodus ingesteld is op [CONTROL iPod].
Nuttige functies voor iPod
– Pauze, snel vooruit/achteruit, song/hoofdstuk selecteren
Het volume kan alleen worden geregeld op het toestel.
Belangrijk
Als er vijf of meer Bluetooth-apparaten (bijv. een telefoon en een afzonderlijke audiospeler)
aangesloten zijn, werken ze mogelijk niet goed.
1 Schakel de Bluetooth-functie van het apparaat in.
Als u een Bluetooth-verbinding maakt vanaf het apparaat, gaat u verder
me
t stap 6.
2 Druk op om het telefoonmenu weer te geven.
3 Draai aan de M.C.-knop om [BT SETTING] te selecteren en druk
vervolgens op de knop om te bevestigen.
4 Draai aan de M.C.-knop om [ADD DEVICE] te selecteren, druk daarna op
de knop om te bevestigen.
Het toestel zoekt naar beschikbare apparaten en geeft ze vervolgens weer
i
n de apparaatlijst.
Om
het zoeken te annuleren, drukt u op de M.C.-knop.
A
ls het gewenste apparaat niet in de lijst voorkomt, selecteert u [RE-
SEARCH].
A
ls er geen apparaat beschikbaar is, verschijnt [NOT FOUND] op het
display.
5 Draai de M.C.-knop om een apparaat in de apparaatlijst te selecteren,
druk daarna op de knop om te bevestigen.
Hou de M.C
.-knop ingedrukt om de weergegeven apparaatinformatie te
schakelen tussen het Bluetooth-apparaatadres en de apparaatnaam.
Als u een Bluetooth-verbinding maakt vanaf het toestel, gaat u verder met
stap 7.
Bluetooth
Bluetooth-verbinding