User manual

8Nl
– Pauze, snel vooruit/achteruit, song/hoofdstuk selecteren
Het volume kan alleen worden geregeld op het toestel.
Belangrijk
Als er vijf of meer Bluetooth-apparaten (bijv. een telefoon en een afzonderlijke audiospeler)
aangesloten zijn, werken ze mogelijk niet goed.
1 Schakel de Bluetooth-functie van het apparaat in.
Als u een Bluetooth-verbinding maakt vanaf he
t apparaat, gaat u verder met stap 6.
2 Druk op om het telefoonmenu weer te geven.
3 Draai aan de M.C.-knop om [BT SETTING] te selecteren en druk vervolgens op de
knop om te bevestigen.
4 Draai aan de M.C.-knop om [ADD DEVICE] te selecteren, druk daarna op de knop
om te bevestigen.
Het toestel zoekt naar beschikbare apparaten en geeft ze vervolgens weer in de
a
pparaatlijst.
Om
het zoeken te annuleren, drukt u op de M.C.-knop.
A
ls het gewenste apparaat niet in de lijst voorkomt, selecteert u [RE-SEARCH].
A
ls er geen apparaat beschikbaar is, verschijnt [NOT FOUND] op het display.
5 Draai de M.C.-knop om een apparaat in de apparaatlijst te selecteren, druk
daarna op de knop om te bevestigen.
Hou de M.
C.-knop ingedrukt om de weergegeven apparaatinformatie te schakelen
tussen het Bluetooth-apparaatadres en de apparaatnaam.
Als u een Bluetooth-verbinding maakt vanaf het toestel, gaat u verder met stap 7.
6 Selecteer [Pioneer BT Unit] op het display van het apparaat.
7 Controleer of hetzelfde getal van 6 cijfers op het toestel en op het apparaat
verschijnt, selecteer vervolgens “Yes” op het apparaat.
OPMERKINGEN
[DEVICE FULL] verschijnt als het toestel al gekoppeld is met vijf andere apparaten. Verwijder in dat
geval een van de gekoppelde apparaten. Zie [DEL DEVICE] of [GUEST MODE] bij de Bluetooth-
instellingen (pagina 8).
Afhankelijk van het apparaat moet u een pincode invoeren in stap 7. Voer in dat geval [0000] in.
Bluetooth
Bluetooth-verbinding
TIP
De Bluetooth-verbinding kan ook tot stand worden gebracht door het toestel te detecteren op het
Bluetooth-apparaat. Om dit te doen moet [VISIBLE] in de Bluetooth-instellingen ingesteld zijn op [ON].
Voor meer informatie over de bediening van een Bluetooth-apparaat raadpleegt u de
bedieningsinstructies bij het Bluetooth-apparaat.
Bluetooth-instellingen
Menu-item Beschrijving
DEVICELIST Geef de lijst met gekoppelde Bluetooth-apparaten weer. “*”
ver
schijnt bij de apparaatnaam wanneer de Bluetooth-
verbinding tot stand is gebracht.
Als er geen apparaat geselecteerd is in de apparaatlijst, is deze
f
unctie niet beschikbaar.
DEL DEVICE Verwijder de apparaatinformatie.
Als er geen apparaat geselecteerd is in de apparaatlijst, is deze
f
unctie niet beschikbaar.
[DELETE YES],
[
DELETE NO]
ADD DEVICE Registreer een nieuw apparaat.
Als er al vijf apparaten gekoppeld zijn, is deze functie niet
bes
chikbaar. U kunt het aantal gekoppelde apparaten
controleren in de [DEVICELIST]-instelling.
A.CONN Selecteer [ON] om automatisch een Bluetooth-apparaat te
verbinden.
[ON], [OFF]
VISIBLE Selecteer [ON] zodat een Bluetooth-apparaat het toestel kan
detecteren wanneer het toestel via Bluetooth verbonden is met
een ander apparaat.
[ON], [OFF]
PIN CODE De PIN-code wijzigen.
1 Dr
uk op de M.C.-knop om de instelmodus weer te geven.
2 D
raai de M.C.-knop om een cijfer te selecteren.
3 Dr
uk op de M.C.-knop om de cursor naar de volgende positie
te brengen.
4 Na
dat u de PIN-code heeft ingevoerd, houdt u de M.C.-knop
ingedrukt.
Als u, nadat u de PIN-code heeft ingevoerd, op de M.
C.-knop
drukt, keert u terug naar het invoerscherm voor de PIN-code en
kunt u de PIN-code wijzigen.
DEV. INFO Schakel de apparaatinformatie op het display tussen de
ap
paraatnaam en het Bluetooth-apparaatadres.
GUEST MODE Selecteer [ON] om automatisch naar het [DEL DEVICE]-scherm te
gaan wanneer het toestel reeds met vijf apparaten is gekoppeld.
[ON], [OFF]