Operation Manual
Hoofdstuk 3: Het Album 37
Scèneherkenning en pictogrammen
Het album wordt nu gevuld met de herkende scènes van uw opgenomen
video (zie “Scèneherkenning” op pagina 24). Elke scène word gekenmerk
door een pictogrambeeld – een pictogram van het eerste beeld van de scène.
Misschien is het eerste beeld niet geschikt als pictogram voor de scène,
daarom laat Studio u indien gewenst een andere kiezen.
Zo wijzigt u pictogrammen in het album:
1. Selecteer de scène die moet worden gewijzigd.
2. Gebruik de player om het beeld te vinden dat u voor de pictogram wilt
gebruiken.
3. Klik op de menuopdracht Album Pictogram instellen.
Hoogte-/breedteverhoudingen van video
De meeste digitale videobestanden geven formaatinformatie waardoor
Studio de hoogte-/breedteverhouding van het beeld van 4:3 of 16:9
automatisch kan herkennen. Geeft het bestand geen informatie over hoogte-
/breedteverhouding, dan gaat Studio over naar het standaardformaat 4:3.
Met de opdrachten Hoogte-/Breedteverhouding (H-/B-verh.) 4:3 en
Hoogte-/Breedteverhouding (H-/B-verh.) 16:9 in het menu Album kunt u
handmatig instellen welke hoogte-/breedteverhouding u nodig hebt. Deze
opdrachten verschijnen ook in het contextmenu voor video in het album.
Met deze opdrachten worden de originele frames verlengd naar het nieuwe
formaat. Als u bijvoorbeeld de hoogte-/breedteverhouding van een 4:3 film
instelt op 16:9, dan verschijnen mensen en objecten breder in verhouding
tot hun lengte/hoogte.
Dit is een andere methode dan de frameformaatconversie die plaatsvindt
wanneer u een scène met de “tegenovergestelde” hoogte-
/breedteverhouding aan een filmproject toevoegt. In dat geval wordt de
scène in beide richtingen gelijkmatig geschaald, zodat hij binnen het
doelframe past. Niet-gebruikte gedeelten worden zwart weergegeven.
(L) Origineel 4:3 frame; (C) Hetzelfde frame met zwarte banen bij
toevoegen aan 16:9 project; (R) Hetzelfde frame nadat de opdracht
Hoogte-/Breedteverhouding (H-/B-verh.)16:9 is gebruikt.