Operation Manual
26 Pinnacle Studio 10 Plus
Om in volledige kwaliteit op te nemen, moet uw harde schijf continu
kunnen lezen en schrijven met een snelheid van 4 MB per seconde. Alle
SCSI- en de meeste UDMA-stations kunnen dit aan. Wanneer u voor de
eerste keer een opname start, test Studio uw station om er zeker van te zijn
dat het snel genoeg is.
MPEG
DVD en S-VCD schijven gebruiken allebei bestanden in het formaat
MPEG-2, een uitbreiding van het formaat MPEG-1, dat voor VCD’s wordt
gebruikt. MPEG’s die bedoeld zijn voor gebruik op internet hebben lagere
resoluties en worden opgeslagen in het formaat MPEG-1.
Het optiepaneel Opnameformaat (Setup Opnameformaat) omvat een
keur aan opties om de kwaliteit van MPEG-opnamen te regelen. Lees
“Opnameformaatinstellingen” op pagina 223 voor gedetailleerde informatie
over MPEG-kwaliteitsopties.
Audio- en videoniveaus – digitaal
Bij digitaal opnemen gebruikt u audio en video die tijdens de opname
digitaal in de camera is gecodeerd. Draagt u het beeldmateriaal via een
1394-poort over naar uw computer, dan blijven de gegevens de hele tijd in
het gecomprimeerde digitale formaat. U kunt de audio- of videoniveaus
tijdens het opnemen dus niet aanpassen. Dit is in tegenstelling tot analoge
opnamen, waar audio en video wel kunnen worden aangepast tijdens het
opnemen.
Met digitale opnamen stelt u alle benodigde aanpassingen van audio en
videoniveaus uit tot de modus Bewerken, waar Studio plug-in video-
effecten biedt voor het aanpassen van de visuele balans van een clip en
audio-effecten om het geluid te optimaliseren. Met deze effecten kunt u
afzonderlijke clips aanpassen in plaats van globale instellingen te moeten
doen die alle video in een opnamebestand beïnvloeden.
Lees voor meer informatie “Analoog opnemen” (hieronder), “Video-
effecten gebruiken” (pagina 85), en “Audio-effecten” (pagina 197).