Operation Manual

20 Pinnacle Studio 10 Plus
De Camcorderbediening en een close-up aanzicht van de
transportknoppen. Het tellervenster boven de bedieningsknoppen geeft
de huidige positie van de bronband weer, samen met de huidige
transportmodus van de camcorder
Van links naar rechts zijn de transportknoppen: Stoppen, Terugspoelen/
Terugzien, Afspelen, Snel vooruitspoelen / Snel zoeken en Pauze.
Met de knoppen Vorig beeld en Volgend beeld (tweede rij) kunt u het
exacte beeld vinden dat u zoekt. Deze twee knoppen zijn alleen beschikbaar
wanneer het apparaat in de modus Pauze staat.
HET OPNAMEPROCES
Met Studio kunt u video van een keur aan analoge en digitale
hardwaretypen opnemen. Selecteer het apparaat dat u wilt gebruiken op het
optiepaneel Opnamebron. Zie “Opnamehardware” (hieronder) voor meer
informatie.
Het eigenlijke opnemen uitvoeren is een eenvoudige stap-voor-stap
procedure (zie pagina 22). Terwijl de opname verdergaat, herkent Studio
automatisch de natuurlijke onderbrekingen in de binnenkomende video en
verdeelt het materiaal in “scènes”. Zodra deze is herkend, wordt elke scène
aan het album toegevoegd. Hier wordt het vertegenwoordigd door een
pictogram van diens eerste beeld. Automatische scèneherkenning wordt
vanaf pagina 24 omschreven.
Sommige opnameopties zijn alleen van toepassing op digitale of analoge
opnamen. Deze worden in hun eigen gedeelten behandeld, “Digitaal
opnemen” (pagina 25) en “Analoog opnemen” (pagina 27).