Operation Manual
Bijlage A: Setup-opties 225
Audio-instellingen
U kunt deze instellingen voor het opnemen van audio alleen bewerken
wanneer u een voorkeuze Aangepast gebruikt.
Audio invoegen: verwijder het vinkje in dit selectievakje als u niet van
plan bent om de opgenomen audio in uw productie te gebruiken.
Opties: deze knop geeft u toegang tot de setup-opties van de codec
(compressie/ decompressie software) die u hebt gekozen.
Compressie: in dit menu wordt de codec weergegeven die wordt gebruikt
om de binnenkomende audiogegevens te comprimeren.
Kanalen, Samplefrequentie: deze instellingen bepalen de audiokwaliteit.
“CD-kwaliteit” is 16-bits stereo, 44,1 kHz.
MPEG-opname
Dit vak is alleen zichtbaar wanneer de MPEG preset voor opnemen van DV
is geselecteerd.
De drie opties in de vervolgkeuzelijst bepalen of er MPEG codering tijdens
de opname of als een afzonderlijke stap na de opname wordt uitgevoerd.
• Standaardcodeermodus gebruiken; Studio bepaalt welke van de andere
twee opties moeten worden gebruikt (afhankelijk van de snelheid van
uw computer).
• Realtime coderen; hierbij vinden opname en codering in één stap plaats.
Dit levert alleen goede resultaten als uw machine snel genoeg is.
• Coderen na opname; de codering wordt niet uitgevoerd voordat de
opname is voltooid. Dit duurt langer, maar is betrouwbaarder als u een
tragere CPU hebt.