Operation Manual
224 Pinnacle Studio 10 Plus
Video-instellingen
Het opnameapparaat en de opties die u ervoor in het vak
Standaardwaarden hebt geselecteerd bepalen de instellingen die in dit vak
beschikbaar. Alleen de toepasbare instellingen worden weergegeven. De
instellingen kunnen alleen worden bewerkt als u een voorkeuze Aangepast
gebruikt.
Opties: deze knop biedt toegang tot de setup-opties van de codec
(compressie-/decompressiesoftware) die u hebt gekozen.
Compressie: gebruik deze vervolgkeuzelijst om de gewenste codec te
selecteren.
Breedte, Hoogte: deze vakken bepalen de afmetingen van de opgenomen
video.
Beeldsnelheid: het aantal beelden per seconde dat u wilt vastleggen. De
twee numerieke opties staan respectievelijk voor video op volledige
snelheid en video op halve snelheid. Het laagste getal (14.985 voor NTSC,
12.50 voor PAL en SECAM) bespaart schuifruimte ten koste van de
vloeiendheid.
Kwaliteit, Gegevenssnelheid: sommige codecs bieden kwaliteitopties met
betrekking tot de compressiepercentage (Kwaliteit), en andere met
betrekking tot de benodigde overdrachtssnelheid in KB/sec
(Gegevenssnelheid).
Type MPEG-bestand: selecteer een van de twee typen voor
MPEG/codering: MPEG1 of MPEG2. Het eerste type wordt vrijwel
universeel ondersteund op Windows-computers; het laatste type biedt
betere kwaliteit bij dezelfde compressieratio.
Resolutie: dit is een vervolgkeuzelijst met de beschikbare resoluties voor
de opnameopties die u hebt gekozen. Verhogen van zowel de breedte (het
eerste cijfer) en de hoogte met een factor twee verhoogt de hoeveelheid
gegevens die moet worden verwerkt met een factor vier.
Snel coderen: deze optie versnelt het coderingsproces, waarbij de kwaliteit
bij opnemen in een MPEG/bestand iets wordt verlaagd. U kunt het effect
van deze optie bekijken door een korte testopname te maken.