Operation Manual

190 Pinnacle Studio 10 Plus
Aanpassingslijnen
De blauwe volumelijn onthult grafisch de volumewijzigingen die u in de
clip hebt aangebracht. Hebt u het volume helemaal niet aangepast, dan
loopt de lijn recht door het midden van de clip op ongeveer driekwart van
de hoogte van de clip. Dit is het niveau “zero gain” of nulversterking (0 dB),
waar het oorspronkelijke volume van de clip noch verhoogd noch verlaagd
is.
Hebt u het volume van de gehele clip verhoogd of verlaagd, dan is de lijn
nog steeds horizontaal, maar hoger of lager dan het basisniveau
nulversterking.
Hebt u tot slot volumeaanpassingen binnen de clip, dan bestaat de lijn uit
hellende segmenten die elkaar ontmoeten bij aanpassingshandvatten voor
volume.
In tegenstelling tot de golfvormgrafiek of de aanpassingslijnen voor balans
en fade (zie hieronder) wordt de aanpassingslijn voor het volume
logaritmisch geschaald. Waargenomen volume varieert logaritmisch met de
sterkte van een audiosignaal. Met deze functie kan de aanpassingslijn
daarom nauwkeurig modelleren wat u daadwerkelijk hoort. Een naar boven
hellend lijnsegment produceert bijvoorbeeld een gladde, strakke fade-up
van het start- tot het eindniveau.
De groene stereobalanslijn en de rode voor-achter balanslijn werken op
een soortgelijke manier als de volumelijn, behalve dat in beide gevallen de
neutrale positie het verticale midden van de clip is en de aanpassingsschaal
is lineair.
Het omhoog brengen van de stereobalanslijn plaatst de uitvoer van de
audioclip verder naar links van de luisteraar, terwijl het verlagen ervan de
clip verder naar rechts van de luisteraar plaatst.. Op soortgelijke wijze
brengt het verhogen van de fade-lijn de clip weg van de luisteraar en het
verlagen ervan verplaatst de clip naar de luisteraar toe.