Operation Manual
Hoofdstuk 11: Geluidseffecten en muziek 183
voordat u verdergaat. De knoppen op het gereedschap worden pas
beschikbaar wanneer Studio minstens een gegeven op de vervolgkeuzelijst
CD-titel heeft staan.
Selecteer de CD waarvan u audio wilt opnemen in de vervolgkeuzelijst CD-
titel en een nummer op die CD uit de lijst Nummer. Aangezien CD-titel ook
een bewerkbaar tekstvak is, kunt u indien gewenst de naam wijzigen
waarmee Studio naar deze CD verwijst. De naamswijziging is van
toepassing op zowel de huidige evenals toekomstige sessies.
Hebt u de CD en het nummer geselecteerd, dan kunt u nu optioneel de clip
trimmen en een aangepaste naam geven met de andere knoppen op de
bediening. Deze knoppen zijn gebruikelijk voor de meeste audiocliptypen
en worden zowel voor het bewerken als voor het maken van clips gebruikt.
Ze worden besproken op pagina 187 onder “Trimmen met het gereedschap
Clipeigenschappen”.
Als u uw keuze hebt gemaakt, klikt u op de knop Aan film toevoegen.
Studio neemt de muziekclip op vanaf het CD-station en voegt hem toe aan
het spoor achtergrondmuziek, te beginnen bij de huidige tijdindex (zoals
getoond door de schuifregelaar van de tijdlijn en het voorbeeldscherm in de
Player).
Het gereedschap SmartSound
SmartSound maakt automatisch achtergrondmuziek in de stijl van
uw keuze. Binnen die stijl selecteert u een van meerdere liedjes en
binnen dat lied een willekeurig aantal versies. De lijst van
beschikbare versies hangt ook af van de duur van de achtergrondmuziek die
u specificeert.