Operation Manual
Hoofdstuk 8: Stilstaande beelden 145
Opnemen van: Selecteer een bron voor de frame grabber door op de knop
Film of de knop Camcorder boven aan het gereedschap te klikken.
Camcorder kiezen betekent dat de frame grabber uw huidige videobron
gebruikt zoals geconfigureerd in het optiepaneel Opnamebron (pagina 220)
en het optiepaneel Opnameformaat (pagina 223).
Let op: het opnemen van een frame vanaf de camcorder wordt niet
ondersteund voor HDV-apparatuur.
Transportknoppen: Als uw bronvideo een digitale camcorder of
videorecorder is die op een 1394-poort is aangesloten, dan biedt Studio
handige transportknoppen op het scherm voor het zoeken van het frame dat
u wilt gebruiken. Zie voor een omschrijving van deze knoppen “De
camcorderbediening” op pagina 19.
Flikker reduceren: Bevat de bronvideo van de Frame grabber veel
beweging, dan kan het opgenomen beeld veel flikkering weergeven. U kunt
dit verminderen of voorkomen door de optie Flikker reduceren in te
schakelen. Omdat Flikker reduceren ook de resolutie enigszins vermindert,
moet u niet de optie gebruiken als het algehele resultaat ongewenst is voor
een bepaald beeld.
Opnemen: Klik op de knop Opnemen wanneer u het beeld dat u wilt
opnemen in de player hebt en de optie Flikker reduceren hebt
geconfigureerd. Het opgenomen beeld wordt weergegeven in het voorbeeld
gebied van het gereedschap en de twee knoppen voor uitvoer (Aan film
toevoegen en Op schijf opslaan) zijn ingeschakeld.
Aan film toevoegen: Deze knop voegt het opgenomen beeld in het spoor
video van het venster Film voor de momenteel geselecteerde clip in.
Op schijf opslaan: Deze knop opent een dialoogvenster Opslaan als zodat
u een map, bestandsnaam en beeldformaat kunt selecteren voor het bestand
waarin het opgenomen beeld zal worden opgeslagen. Het dialoogvenster
biedt ook bediening waarmee u de resolutie van het opgeslagen beeld naar
een van een keur aan standaardgrootten kunt instellen, naar de
oorspronkelijke grootte van het opgenomen beeld of naar een aangepaste
grootte die u invoert.
Is de “hoogte-/breedteverhouding” van de grootte die u kiest anders dan die
van het opgenomen beeld, dan wordt het beeld voor zover nodig gerekt. Dit
kan zichtbare vervormingen van vormen veroorzaken. Mensen kunnen er
bijvoorbeeld onnatuurlijk dun uitzien of onnatuurlijk plat.