Operation Manual

Hoofdstuk 14: De arranger 159
Daarna volgen de headers van de maximaal 16 tracks
per arrangement. Elke header is telkens met een balans-
en geluidsvolumeregelaar uitgerust, die op die in het
master-bedieningsveld lijken. Naast de balansregelaar
bevinden zich drie schakelfuncties met lettertekens:
M: Schakelt de track „gedempt“ (mute), zodat hij –
onafhankelijk van het ingestelde geluidsvolume – bij
de weergave niet wordt gehoord.
W: Heeft tot gevolg dat bij elk sample de
desbetreffende audio wavevorm wordt weergegeven.
V: Heeft tot gevolg dat bij elk sample de
geluidsvolumecurve (volume curve) wordt
weergegeven.
Door op de trackknop te klikken links naast de header
kunt u het dialoogveld Track eigenschappen openen,
waarin dit en andere eigenschappen kunnen worden
vastgelegd.
Aanwijzing: Bij lage beeldschermresoluties worden
niet alle boven afgebeelde besturingselementen
weergegeven. Zij zijn echter wel via het dialoogveld
Track eigenschappen (zie pagina 175) toegankelijk.