Operation Manual
Fig. 5e
23
Indien u problemen hebt bij het plaatsen van het
hoortoestel, kunt u met uw andere hand uw oorlel
zachtjes naar beneden trekken. Hierdoor wordt de
gehoorgang een beetje meer geopend, zodat u het
oorstukje geleidelijk kunt draaien tot het goed past.
Controleer de plaatsing door met uw vinger over de
oorschelp te gaan. De plaatsing is correct indien u hierbij
de contour van de oorschelp voelt en niet het hoortoestel
(Fig. 5e). In het begin kunt u het best een spiegel
gebruiken ter controle.
U hebt het rechter hoortoestel nu met succes geplaatst.
Plaats nu het linker hoortoestel op dezelfde wijze (blauw
gemarkeerd, zie stap 5.1).