Operation Manual

36
NL
PIN-code instellen
Voor het aan- en afmelden van handsets en om de telefoon te resetten heeft u de PIN-code nodig (Personal
Identification Number).
In de fabriek is de PIN-code vooraf ingesteld op “0000“. U kunt deze code wijzigen en uw eigen code invoeren.
De PIN-code kan uit maximaal 8 cijfers bestaan.
1. Druk in de stand-by modus op .
2. Selecteer GEAV. INSTEL. en druk op OK.
3. Selecteer WIJZIG PIN en druk op OK.
4. Voer de actuele PIN-code in en druk op OK.
5. Voer de nieuwe PIN-code in en druk op OK.
6. Herhaal de nieuwe PIN-code en druk op OK om te bevestigen.
Resetten / terugzetten naar de
standaardinstellingen
U kunt de instellingen voor het display en de geluiden en andere instellingen van uw telefoon terugzetten naar
de standaardwaarden. Zie hoofdstuk "Standaardinstellingen", pagina 41 voor meer bijzonderheden.
1. Druk in de stand-by modus op .
2. Selecteer GEAV. INSTEL. en druk op OK.
3. Selecteer RESET en druk op OK.
4. Voer de PIN-code in en druk op OK om te bevestigen.
Babyfoon in- / uitschakelen
Met de babyfoonfunctie kunt u een geprogrammeerd nummer kiezen via het vaste net door het indrukken van
een willekeurige toets op de handset (met uitzondering van de uitschakeltoets).
1. Druk in de stand-by modus op .
2. Selecteer GEAV. INSTEL. en druk op OK.
3. Selecteer BABYFOON en druk op OK. De actuele instelling wordt weergegeven.
4. Selecteer AAN en druk op OK.
5. Voer het telefoonnummer in of wijzig het actuele nummer en druk op OK om te bevestigen.
Als de functie geactiveerd is verschijnt BABYFOON op het display, wanneer u terugkeert naar de
stand-by modus.
Babyfoon uitschakelen,
1. Druk op .
2. Selecteer UIT en druk op OK.
Let op: u hoort een waarschuwingssignaal wanneer de nieuwe PIN-code niet correct herhaald werd.
Probeer het opnieuw door de stappen 3 tot en met 6 te herhalen.
Extra functies