Operation Manual
NL
23
Instellingen van thuisnetwerken
Status
De pagina Status geeft de verbindingsstatus van WAN/LAN, de versienummers van
firmware en hardware, onbevoegde pogingen om toegang te krijgen tot uw netwerk
en informatie over DHCP-clients die zijn aangesloten op uw netwerk weer. Het
beveiligingslog kan naar een bestand worden opgeslagen door op ‘Opslaan’ te klikken
en een locatie te kiezen.
N
etwerkinstellingen
Gebruik het menu Thuisnetwerken om het LAN IP-adres te configureren en de
DHCP-server in staat te stellen client-adressen dynamisch toe te wijzen.
Let op: Vergeet niet uw client-PC’s te configureren voor dynamische toekenning van IP-
adressen.
Wireless
Het wireless Router werkt ook als een wireless toegangspunt, waardoor wireless
computers met elkaar kunnen communiceren. Om deze functie te configureren, moet
u de wireless functie inschakelen en het radiokanaal, de domeinidentificator en de
beveiligingsopties definiëren.
Vink Inschakelen aan en klik op SAVE SETTINGS (INSTELLINGEN OPSLAAN).
Kanaal en SSID
U moet een gemeenschappelijk radiokanaal en SSID (serviceset-ID) opgeven voor
gebruik door het wireless Router en alle wireless clients.
Zorg ervoor dat u alle clients configureert met dezelfde waarden.
Toegangscontrole
Toegangscontrole stelt gebruikers in staat om te bepalen welk uitgaand verkeer
toegestaan of niet toegestaan is via de WAN-interface. Standaard wordt al het
uitgaande verkeer toegestaan.
De PC toevoegen aan de filtertabel:
1 Klik op ‘PC toevoegen’ op het scherm Toegangscontrole.
2 Definieer de juiste instellingen voor client-PC-services.
3 Klik op ‘OK’ en vervolgens op SAVE SETTINGS (INSTELLINGEN OPSLAAN) om
uw instellingen op te slaan.
Menu: Instellingen van thuisnetwerken