Operation Manual

Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U hebt het gebied dat
wordt behandeld, niet
goed geschoren.
Als er haren aanwezig zijn op het te behandelen
gebied, kunnen deze haren verbranden bij het
gebruik van het apparaat. Daarom ruikt u een
vreemde geur. Scheer het te behandelen gebied
voordat u het apparaat gebruikt. Als het scheren
huidirritaties veroorzaakt, trim het haar dan zo
kort mogelijk en gebruik een stand die aangenaam
aanvoelt.
U hebt het apparaat in
een stofge omgeving
opgeborgen.
De rare geur verdwijnt na enige itsen.
De huid voelt
gevoeliger aan dan
normaal tijdens de
behandeling.
De lichtintensiteit die u
gebruikt is te hoog.
Controleer of u de juiste lichtintensiteit hebt gekozen.
Kies zo nodig een lagere lichtintensiteit.
U hebt de gebieden die
worden behandeld, niet
geschoren.
Scheer de te behandelen gebieden altijd voordat u
het apparaat gebruikt. Als het scheren huidirritaties
veroorzaakt, trim het haar dan zo kort mogelijk en
gebruik een stand die aangenaam aanvoelt.
Het UV-lter in het
lichtvenster is gebroken.
Als het UV-lter in het lichtvenster gebroken is, moet
u het apparaat niet meer gebruiken. Neem contact
op met het Consumer Care Centre in uw land, uw
Philips-dealer of een Philips-servicecentrum.
Het apparaat is defect. Neem contact op met het Consumer Care
Centre in uw land, uw Philips-dealer of een Philips-
servicecentrum.
Bij het gebruik van
het apparaat voel ik
een onaangename
pijnsensatie.
U hebt de gebieden die
worden behandeld, niet
geschoren.
Scheer de te behandelen gebieden altijd voordat u
het apparaat gebruikt. Als het scheren huidirritaties
veroorzaakt, trim het haar dan zo kort mogelijk en
gebruik een stand die aangenaam aanvoelt.
U hebt een gebied
behandeld waarvoor het
apparaat niet is bedoeld.
U moet het apparaat niet gebruiken op uw binnenste
schaamlippen, vagina, anus, tepels, tepelhoven, lippen,
in de neusgaten en oren, in het gebied rond uw ogen
en wenkbrauwen. Mannen moeten het niet gebruiken
op hun gezicht of scrotum.
De lichtintensiteit die u
hebt gebruikt is te hoog
voor u.
Verminder de lichtintensiteit tot een niveau dat
aangenaam voor u is. Zie ‘De lichtintensiteit instellen’
in hoofdstuk ‘Klaarmaken voor gebruik’.
Het lichtvenster of het
roodachtige lterglas van
het opzetstuk is kapot.
Als het lichtvenster of het roodachtige lterglas van
het gezichtsopzetstuk kapot is, gebruik het apparaat
dan niet meer met dit opzetstuk. Ga naar uw dealer
of een Philips-servicecentrum of neem contact op
met het Consumer Care Centre om het opzetstuk te
vervangen.
NEDERLANDS82