User manual

Gebruiksaanwijzing
51
NL
Geavanceerde functies
RF-signalen kiezen voor het bedienen van uw apparatuur
1Druk gedurende 3 seconden op het ProntoPro NG-icoontje in de
linker bovenhoek van het aanraakscherm.
Het menu ‘Tools’ verschijnt.
2Druk op in het menu ‘Tools’.
Het scherm ‘RF IR-functie’ verschijnt.
3Druk op .
Het Apparaatoverzicht verschijnt.
4Druk op het apparaat waarvoor u RF wilt kiezen.
Het scherm ‘IR of RF kiezen’ verschijnt.
In de lijst met zendsignalen is standaard IR gekozen.
De toets ‘RF opgeven’ is uitgeschakeld.
5 Kies RF in de lijst met zendsignalen.
De toets ‘RF opgeven’ wordt ingeschakeld.
6Druk op .
Het scherm ‘RF-instellingen’ verschijnt.
7 Kies in de lijst met RF-kanalen het RF-kanaal dat u gebruikt voor de
RF-signaaluitbreider.
Het RF-kanaal op de RF-signaaluitbreider moet hetzelfde zijn als het RF-kanaal
op de ProntoPro NG.
8 Kies in de lijst met signaaluitbreider-identificatiecodes de
identificatiecode van de signaaluitbreider die u gebruikt voor de
RF-signaaluitbreider.
De identificatiecode van de RF-signaaluitbreider moet dezelfde zijn als de
identificatiecode van de ProntoPro NG.
Opmerking U kunt meerdere RF-signaaluitbreiders gebruiken met uw ProntoPro NG.
Voor elke RF-signaaluitbreider die u voor uw apparatuur gebruikt, moet u
het RF-kanaal en de signaaluitbreider-identificatiecode opgeven.
Het RF-kanaal is identiek voor alle RF-signaaluitbreiders. De signaal-
uitbreider-identificatiecode is uniek voor elke RF-signaaluitbreider.
9Druk op in het scherm ‘RF-instellingen’.
De RF-instellingen worden opgeslagen.
10 Druk op in het scherm ‘IR of RF selecteren’.
De ProntoPro NG zal nu RF-signalen uitsturen voor het gekozen apparaat.
Opmerking Probeer de ProntoPro NG en de RF-signaaluitbreider uit de buurt van metalen
voorwerpen te houden, anders wordt het zendbereik minder.
ProntoProNG_0505_ML_5NL.qxd 14-06-2005 09:44 Pagina 51