User manual

Gebruiksaanwijzing
26
Labelen van een toets
1Druk gedurende 3 seconden op het ProntoPro NG-icoontje in de
linker bovenhoek van het aanraakscherm.
Het menu ‘Tools’ verschijnt.
2Druk op in het menu ‘Tools’.
Het scherm ‘Labelfunctie’ verschijnt.
3Druk op .
De laatst opgeroepen pagina verschijnt.
4 Ga naar het apparaat en de pagina waar de toets, die u wilt labelen,
zich bevindt.
5Druk op de toets die u wilt labelen.
Het scherm ‘Labelen’ verschijnt.
6Druk op het toetsenbord.
Er wordt ingezoomd op het toetsenbord.
7Druk op het karakter dat u wilt toevoegen aan het label.
Het karakter wordt aan het label toegevoegd. Er wordt opnieuw ingezoomd op
het toetsenbord.
1Om uit te zoomen zonder een karakter toe te voegen aan het label,
drukt u op .
Het karakter wordt niet aan het label toegevoegd. Het toetsenbord wordt
uitgezoomd.
2 Om andere karakters en symbolen te gebruiken, drukt u op
.
De karakterset op het toetsenbord verandert.
U kunt kiezen uit vier verschillende karaktersets.
3 Om een karakter te wissen, drukt u op .
Het karakter voor de cursor wordt gewist.
8U kunt nog meer karakters toevoegen aan het label.
9Druk op .
Het label van de gekozen toets is gewijzigd. De laatst opgeroepen pagina
verschijnt weer.
-of-
Druk op .
De laatst bezochte pagina verschijnt opnieuw, zonder dat het label van de
geselecteerde knop daarbij wordt gewijzigd.
Programmeren van de ProntoPro NG
ProntoProNG_0505_ML_5NL.qxd 14-06-2005 09:44 Pagina 26