User manual

Gebruiksaanwijzing
25
NL
4 Plaats de ProntoPro NG en de afstandsbediening zoals aangegeven in
de bovenstaande afbeelding.
Opmerking Let erop dat het signaaloog van de ProntoPro NG naar het IR-venster van
de afstandsbediening gericht is. De afstand tussen de ProntoPro NG en
de afstandsbediening moet tussen de 5 en 20 cm liggen.
5Druk op het apparaat waaraan u een actie wil leren.
In de rechter bovenhoek van het aanraakscherm verschijnt de melding
‘Aanleren’.
6Druk op de toets op de afstandsbediening en houd die toets 1 seconde
ingedrukt.
Zorg er wel voor dat u binnen vijf seconden op de toets drukt.
Als het aanleren gelukt is dan krijgt u een OK-melding.
Als het aanleren mislukt is dan krijgt u een foutmelding.
Zie ‘De ProntoPro NG leert geen commando’s aan’ op pagina 58 voor meer
informatie.
6 Herhaal stappen 5 en 6 wanneer u wilt dat de ProntoPro NG andere
apparaatacties aanleert.
7Druk op de linker harde toets onder het aanraakscherm om
de aanleer-functie af te sluiten.
Labelen van elementen
Met de Label-functie kunt u een label toekennen aan een toets, een apparaat of
een pagina. Bij de Label-functie hoort een virtueel toetsenbord. Wanneer u op een
karakter drukt, wordt ingezoomd op dit toetsenbord.
Het toetsenbord heeft vijf verschillende karaktersets, inclusief een serie symbolen,
die u voor het labelen kunt gebruiken. Met de Shift-toets schakelt u over van de
ene naar de andere van de vijf karaktersets.
Voor een volledige lijst van de symbolen, zie ‘Lijst met symbolen’ op pagina 61.
Programmeren van de ProntoPro NG
ProntoProNG_0505_ML_5NL.qxd 14-06-2005 09:44 Pagina 25