User manual
4 Om de tijd later in te stellen, drukt u op de harde ‘+’-toets en houdt u
hem ingedrukt.
-of-
Om de tijd eerder in te stellen, drukt u op de harde ‘-’ -toets en houdt u
hem ingedrukt.
5Druk nogmaals op de toets Tijd.
De nieuwe tijd is ingesteld.
6Druk op het ProntoPro NG-icoontje om het menu ‘Tools’ te verlaten.
Wijzigen van de datum
1Druk gedurende 3 seconden op het ProntoPro NG-icoontje in de
linker bovenhoek van het aanraakscherm.
Het menu ‘Tools’ verschijnt.
2Druk op in het menu ‘Tools’.
De eerste pagina met instellingen verschijnt.
Om de dag te wijzigen
1Druk op de toets Dag in de eerste pagina met instellingen.
De toets Dag wordt geselecteerd.
Bij de twee middelste harde toetsen verschijnen de labels ‘+’ en ‘-‘.
2 Om een latere dag in te stellen, drukt u op de harde toets met het label
‘+’ (en houdt u deze ingedrukt).
-of-
Om een eerdere dag in te stellen, drukt u op de harde toets met het
label ‘-’ (en houdt u deze ingedrukt).
3Druk nogmaals op de toets Dag.
De nieuwe dag is ingesteld.
4Wanneer u de datum hebt gewijzigd, kunt u met behulp van het
ProntoPro NG-icoontje het menu ‘Tools’ verlaten.
Om de maand te wijzigen
1Druk op de toets Maand in de eerste pagina met instellingen.
De toets Maand wordt geselecteerd. Bij de twee middelste harde toetsen
verschijnen de labels ‘+’ en ‘-‘.
2 Om een latere maand in te stellen, drukt u op de harde toets met het
label ‘+’ (en houdt u deze ingedrukt).
-of-
Om een eerdere maand in te stellen, drukt u op de harde toets met het
label ‘-’ (en houdt u deze ingedrukt).
Gebruiksaanwijzing
15
NL
Van start gaan
ProntoProNG_0505_ML_5NL.qxd 14-06-2005 09:44 Pagina 15