User manual

22 Philips · NeoPix Ultra 2
Andere systeeminstellingen
Ga naar Other Setting (Andere instelling) om de
volgende instellingen te openen.
Boot Source Option (Opstartbron-opties):
Selecteer of deselecteer een invoerbron om
de projector op te starten.
Mouse speed (Muissnelheid): Wijzig de
snelheid waarmee de on-screenpunt
beweegt.
Systeemgegevens controleren
Ga naar System Info (Systeemgegevens) om
de volgende systeemgegevens te controleren:
productnaam, systeemversie, vrije en totale
interne geheugen, vrije en totale ROM en
MAC-adres.
Projectorsysteeminstellingen
1 Druk op of op op de afstandsbediening
om de instellingenopties weer te geven.
2 Gebruik de
navigatietoetsen
en
OK
om
instellingen te selecteren en te wijzigen.
Invoerbronselectie
Ga naar Input Source (Invoerbron) om de
volgende instellingen te openen.
Selecteer en activeer een invoerbron
(HDMI1, HDMI2, VGA, AV) die overeenkomt
met een extern apparaat dat met de
projector is verbonden.
Selecteer Philips OS
(Philips-besturingssysteem) als er een
USB-opslagapparaat is verbonden of als er
geen ander extern apparaat is aangesloten.
Beeldopties
U kunt de beeldinstellingenopties openen,
zoals bijvoorbeeld:
Picture Adjustments (Beeldaanpassingen):
De waarden voor helderheid, contrast,
verzadiging en scherpte instellen.
White Balance (Witbalans): Selecteer een
optie voor de witbalans om kleuren onder
verschillende lichtomstandigheden het
beste weer te geven. Of configureer uw
eigen kleurenbalans tussen rood, groen en
blauw.
Picture Preset (Beeld-voorkeursinstelling):
Selecteer een vooraf gedefinieerde
kleur-helderheidsinstelling voor weergave
van foto's en video.
Geluidsopties
U kunt de volgende geluidsinstellingenopties
openen.