User manual

12 Philips · NeoPix Ultra 2
2 Houd en op de afstandsbediening vijf
seconden ingedrukt. De afstandsbediening
wordt automatisch aan de projector
gekoppeld. “Philips AirMote” wordt
weergegeven in de lijst met gekoppelde
apparaten van de Bluetooth-instelling.
Wanneer de afstandsbediening aan de
projector is gekoppeld, dan knippert de
LED op de afstandsbediening kort blauw
telkens wanneer u op een knop op de
afstandsbediening drukt.
Het gebruik van de schermaanwijzer
1 Als de afstandsbediening met de projector
is gekoppeld, druk dan op op de
afstandsbediening om de schermaanwijzer
weer te geven of te annuleren.
2 Als de aanwijzer (een cirkelvormige teken)
op het projectiescherm wordt weergegeven
en u beweegt de afstandsbediening
door de lucht, dan beweegt de aanwijzer
dienovereenkomstig over het scherm.
3 Druk op de toets OK op de
afstandsbediening om de selectie te
bevestigen.
Stap 3: Stel het WiFi-netwerk in
Stel het WiFi-netwerk in voor toegang tot
onlineapplicaties en screenmirroring.
Wat hebt u nodig
Een draadloze netwerkrouter.
Gebruik voor de beste draadloze prestaties
en dekking een 802.11n router ("Wifi 4") en
de 5GHz band.
1 Ga naar de WiFi-instellingen.
Druk in het beginscherm een of
meerdere keren op om de opties
voor snelkoppelingen weer te geven.
Gebruik de navigatietoetsen op de
afstandsbediening om Bluetooth te
selecteren om de WiFi-instellingen te
openen. Schakel WiFi in door WiFi AAN/UIT
te selecteren als dit niet is ingeschakeld.
2 Selecteer uw netwerknaam in de
netwerkenlijst. Vervolgens verschijnen de
netwerkwachtwoord-invoerbalk voor het en
het virtuele toetsenbord.
Om uw wachtwoord in te voeren,
kunt u de navigatietoetsen op de
afstandsbediening gebruiken of de
aanwijzer op het scherm gebruiken
(zie Stap 2: Schermaanwijzer activeren,
pagina 11).
3 Selecteer na het invoeren van het
wachtwoord voor het netwerk Connect
(Verbinden) op het scherm om de installatie
van de wifi te voltooien.