Operation Manual
34
10 Appendix
Technische specificaties
Compatibiliteit: ITU groep 3
Soort aansluiting: hoofd (PSTN)/ neventoestel (PABX)
Faxtijden - Nederlande: Buitenlijn (PSTN): 100 ms
Neventoestel (PABX): 100 ms
Faxtijden - België: Buitenlijn (PSTN): 120 ms
Neventoestel (PABX): 120 ms
Afmetingen invoerpapier:
breedte: één document 148 - 217 mm
meer dan één document 148 - 217 mm
lengte: één document 100 - 600 mm
meer dan één document 148 - 297 mm
dikte: één document 0.05 - 0.2 mm
meer dan één document 0.08 - 0.12 mm
Afdrukpapier: A4 210 x 297 mm, 80g
Max. leesbreedte: (216 ± 1) mm
Resolutie: horizontaal: 8 punten /mm (200 dpi)
verticaal: standaard 3.85 lijnen/mm
fijn 7.7 lijnen/mm
Fotostand: 16 grijstinten (faxtoestellen zonder ingebouwd
antwoordapparaat)
64 grijstinten (faxtoestellen met ingebouwd
antwoordapparaat)
Contrastregeling: automatisch
Kopiëren: fijn- en foto-drukkwaliteit
Data compressie: MH, MR
Modulatie: V29bis, V27ter, V21
Transmissiesnelheid: 9600/7200/4800/2400bps
Geluidsniveau: in de wachtstand <20 dBA
tijdens het kopieren < 53 dBA
Schrijfmethode: Inkfilm printer
Fax papier: standaard A4 letter 210 x 297 mm
Documenteninvoer: max. 10 vellen (80 g/m²)
Faxschakelaar: DAG/NACHT/KLOK
Afmetingen (BxTxH): 357 x 253 x 160 mm zonder papiersteun
Gewicht: ca. 3 kg
Stroomverbruik: Stand-by: ca. 3W
Bij het telefoneren: ca. 5W
Zenden van een standaardbladzijde: ca. 20W
Ontvangst van een standaardbladzijde: ca. 35W
Netspanning: 220-240 V/50-60 Hz
Tekstopname: 15 minuten
Spreekweergave: ja
Toegelaten omgevingstemperatuur bij werking:
temperatuur: 5 - 40 ° C
relatieve vochtigheid: 15 - 85 % RV zonder
condensatie
Aanbevolen bedrijfssomgeving: bij gebruik:
temperatuur: 17 - 28 ° C
relatieve vochtigheid: 20 - 80 % RV zonder
condensatie
in niet-aangesloten toestand
(klaar voor gebruik met geladen inktfilm en pa
pier):
temperatuur: 0 - 45 ° C
relatieve vochtigheid: 15 - 85 % RV zonder
condensatie
Stoorstralingsonderdrukking: met EN 55022/VDE 0878 Deel 1 Klasse B
Glossarium
Nummerweergave: Wanneer u gebeld wordt, ziet u in de display het telefoonnummer
van de beller.
Boodschap: De boodschap die de opbeller kan achterlaten, wanneer het antwoordap-
paraat is ingeschakeld en hij na de pieptoon inspreekt.
Document: De tekst die u per fax verzendt.
DTMF: Dit staat voor de engelse uitdrukking "Dual Tone Multiple Frequency". Met
dit signaal kunt u de ontvangst van een fax starten via een extra telefoon die gebruik
maakt van toonkiezen.
DMM (Dynamic Message Memory): In dit geheugen worden zowel berichten die op
het ingebouwde antwoordapparaat zijn achtergelaten als nietafgedrukte faxen vastge-
legd.
Extra apparaat, extra telefoon: U kunt uw faxapparaat op één telefoonaansluiting
gebruiken samen met extra apparaten zoals een telefoon, een antwoordapparaat e.d.
Om interferentie te voorkomen, dient u enkele instellingen te wijzigen.
Faxschakelaar, automatische en handmatige ontvangst: De faxschakelaar in uw fax
apparaat kan inkomende faxberichten herkennen. Als u automatische ontvangst inge-
steld hebt, wordt een faxbericht automatisch en in stilte ontvangen. Bij handmatige
ontvangst dient u op START te drukken om de fax te ontvangen.
Hook-Flash-Functie: Met de toets R kan gebruik worden gemaakt van een groot aantal
nieuwe diensten van de aanbieder van telecommunicatiediensten.
Identificatiecode: Bij vrijwel elk faxapparaat kunnen naam en nummer van de gebrui-
ker worden ingevoerd. Deze identificatiecode wordt afgedrukt op het faxbericht en
verschijnt tevens op het display bij de ontvangende partij.
Inktfilm: Met geïnkte folie (gelijkwaardig aan een lint) voor afdruk op gewoon papier.
ITU (International Telecommunications Union): de internationale telecommunicatie-
unie van PTT’s uit alle landen die zich onder andere bezighoudt met het vastleggen van
normen.
Meldtekst (OGM): Als fabrieksinstelling werd een uitgaand bericht opgenomen.
Wanneer het antwoordapparaat is ingeschakeld, hoort de opbeller de tekst gevolgd door
een pieptoon.
Papier: Standaard A4 paper 210 x 297 mm, 80 g/m²
Parallel: Meer dan een telecommunicatietoestel wordt -afhankelijk van het land-
parallel of serieel aangesloten (de ene na de andere).
Pulskiezen: Dit is een verouderde manier van kiezen, waarbij aan elke cijfertoets een
bepaalde aantal impulsen wordt toegekend.
Serieel: Meer dan een telecommunicatietoestel wordt -afhankelijk van het land-
parallel of serieel aangesloten (de ene na de andere).
TAM: Afkorting voor "Telephone Answering Machine" (antwoordapparaat).
Telefooncentrale (PABX), buitenlijncode: In alle grotere bedrijven zijn telefooncentra-
les gemeengoed. Zo'n centrale werkt als een intern telefoonnet. Om toegang te krijgen
tot het openbare net moet een buitenlijncode gebruikt worden (meertal een 0).
Toonkiezen: Dit is de moderne manier van kiezen, waarbij aan elke cijfertoets en
andere toon wordt toegekend.










