Operation Manual

23
Das Fax
Hieronder vindt u de meest voorkomende oorzaken van storingen
tijdens het gebruik van de fax. Stuur of kopiëer geen pagina's...
... van kranten (drukinkt).
... met paperclips of nietjes! Verwijder deze vóór het
versturen.
... die verkreukeld of gescheurd zijn.
... die nat of met correctievloeistof bedekt zijn; die vuil
zijn of een te glad oppervlak hebben.
... die met plakband of met lijm aan elkaar geplakt
zijn, waarop zelfklevers werden bevestigt zoals "Post-
It®" notes, of die te dun of te dik zijn.
... die met een zacht potlood, verf, krijt of koolstift
beschreven zijn.
Documenten die kleiner zijn dan de opgegeven afmetingen
kunnen vastlopen in het toestel.
Schrijf duidelijk in een donkere kleur (zwart/donkerblauw, geen
geel/oranje/lichtgroen)
Documenten die op uw faxapparaat worden afgedrukt zijn
zichtbaar op de gebruikte inktfilm. Bij vertrouwelijke teksten
dient de inktfilm te worden vernietigd.
Documenten invoeren
1 Om te vermijden dat meerdere pagina's ineens worden doorge-
voerd, waaiert u eerst de vellen uit en ordent u de stapel vervolgens
op een vlak oppervlak.
2 Neem de documenten (maximaal 10 zijden) en voer de vellen losjes
met de bedrukte zijde naar boven, in de documentdoorvoer-
gleuf. Als een document vastloopt, opent u het paneel en trekt u er
het paper voorzichtig uit in één richting.
Faxen
1 Kies het gewenste nummer.
2 Plaats de documenten met de tekst naar boven in de invoeropening
voor het papier (maximaal 10 zijden).
3 U kunt een hogere resolutie kiezen met FINE/PHOTO.
4 Druk op START. De transmissie begint. Als de verbinding niet
meteen tot stand kan worden gebracht, wordt hetzelfde nummer na
enige tijd automatisch opnieuw gekozen.
5 Als u de verzending wilt afbreken, drukt u op STOP.
Resolutie
Wanneer u de beeldkwaliteit van uw faxapparaat wilt verbeteren, hebt u
verder de beschikking over de opties FINE (voor klein gedrukte tek-
sten) en PHOTO (voor foto's). Met de toets FINE/PHOTO kunt
u voor een van deze mogelijkheden kiezen. De gekozen optie wordt door
een pijltje op het display gemarkeerd. Na verzending van het faxbericht
of na 40 seconden, als de documentinvoeropening geen documenten
bevat, wordt de standaard -resolutie weer actief.
Verzendrapport -
foutrapport
Uw faxapparaat kan na elk verzonden document een verzendrapport
afdrukken, waarmee de ontvangst van uw document wordt bevestigd.
Indien het zenden niet geheel gelukt is, krijgt u hiervan een foutrapport.
U kunt het afdrukken van het verzendrapport in- en uitschakelen, een
foutrapport wordt echter altijd afgedrukt.
1 Kies functie 43.
2 Kies met </> en bevestig met OK.
6 Fax