Operation Manual

16
Belsignaaltypes
U kunt uit vijf verschillende belsignalen kiezen.
1 Vraag daartoe functie 44 op een druk op OK.
2 Kies met 1 tot en met 5 het gewenste signaal.
3 Druk ter bevestiging op OK.
Geluidssterkte van het
belsignaal
Het volume van het belsignaal kan in de wachtstand of tijdens het
rinkelen worden gewijzigd. Opgelet: het ingestelde volume is verschil-
lend voor de modi S en M (zie hoofdstuk Faxschakelaar).
1 Met </> verschijnt de huidige instelling gedurende circa 3 secon-
den.
2 Regel de geluidssterkte nu door op </> te drukken, net zolang
totdat u de gewenste geluidssterkte heeft verkregen.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1x
1
A
D
G
J
M
P
T
W
2x
.
B
E
H
K
N
Q
U
X
3x
-
C
F
I
L
O
R
V
Y
4x
0
2
3
4
5
6
S
8
Z
5x
+
a
d
g
j
m
7
t
9
6x
?
b
e
h
k
n
p
u
w
7x
/
c
f
i
l
o
q
v
x
8x
:
Ñ
r
Ü
y
9x
*
Ö
s
ü
z
10x
%
ñ
11x
!
ö
12x
(
Ä
13x
)
Å
å
14x
[
Æ
æ
15x
]
Ç
ç
16x
¨
ä
druk
Spatie
Volume van de luidspreker
1 Om het volume van de luidspreker te wijzigen, druk op DIAL
(zonder ingebouwd antwoordapparaat) of l (met ingebouwd ant-
woordapparaat).
2 Met </> wordt de actuele instelling aangegeven. U kunt het aan-
gegeven volume veranderen, door </> zolang in te drukken, tot
de gewenste luidsterkte is bereikt.
3 Sluit af met STOP.