Operation Manual
14
Indien u met uw fax gebruik wilt maken van speciale aanvullende
mogelijkheden, kunt u met uw dealer contact opnemen.
Uw fax mag niet parallel geschakeld worden met andere
telecommunicatieapparatuur. Indien dit toch gebeurt, kan een
goede werking van uw fax niet gegarandeerd worden.
De juiste verbindingskabel met een RJ11 stekker verkrijgt u bij
uw dealer.
Wanneer u faxen via een modem wilt ontvangen, moet u het
faxapparaat in S zetten en vervolgens in functie 31 instellen:
fax: handmatig
Aansluiting  op  ISDN
Uw faxapparaat is geen ISDN-fax (groep 4), maar een analoge fax
(groep 3). Het apparaat kan dan ook niet direct op een ISDN-aanslui-
ting worden aangesloten, maar u hebt hiervoor ofwel een (analoge) adapter
of een ISDN-installatie met aansluitingen voor analoge eindstations no-
dig. Zie voor verdere informatie de handleiding van uw ISDN-installatie.
Op een telefooncentrale  (PABX)  aansluiten
Telefooncentrales (PABX) worden in het algemeen gebruikt in groter
bedrijven. Ook de steeds vaker door particulieren gebruikte ISDN-
installaties zijn telefooncentrales. Om vanaf een aansluiting (extensie)
van een dergelijke centrale verbinding te maken met het openbare tele-
foonnet, dient voorafgaand aan de nummerkeuze een code te worden
ingetoetst om een buitenlijn te verkrijgen.
Een tweede telefoontoestel dat samen met uw faxapparaat op een nor-
male telefoonaansluiting is aangesloten, mag dus niet worden verward
met een extensie aan een dergelijke centrale.
Sluit het apparaat op een telefooncentrale aan, dan moet u in functie 15
de juiste instellingen kiezen.
Toon- of pulskiesfunctie/
PABX
In functie 15 kunt u voor zowel puls- als toonkiezen selecteren en ook de
aansluiting met een telefooncentrale instellen.
Er zijn twee verschillende kiesfuncties. Oudere telefoonaansluitingen
werken meestal op basis van pulskiezen, moderne aansluitingen wer-
ken op basis van het snellere toonkiezen. U kunt het kiestype van het
faxapparaat wijzigen. Indien u niet weet hoe uw aansluiting functioneert,
raden wij u aan de telefoonmaatschappij te contacteren.
Om gebruik te kunnen maken van verschillende telefoondiensten, is het
noodzakelijk toonkiessignalen uit te zenden. Moet uw telefoonaansluiting
echter op puls-kiezen worden ingesteld, dan kunt u toch toonkiessignalen
uitzenden door op de toetsen * of # te drukken. Alle volgende cijfers
worden dan via de toonkiesfunctie uitgezonden. Zodra u de hoorn op de
haak legt, staat uw fax weer op puls-kiezen.
 ! Kunt u met uw telefoon- resp. faxpartner geen
verbinding krijgen, verander dan de kiesmodus.
1
U kiest functie 15 door op FUNCTION te drukken en
vervolgens de cijfers 15 in te toetsen. Druk op OK.
2 Kies met </> pulskiezen of toonkiezen. Druk op OK.
KIES MODE: PULS
KIES MODE: TOON
3 Met </> kunt u de modus interne telefooncentrale kiezen. Druk
op OK.
Pabx: NEE
Pabx: JA
4
Druk op de toets, die noodzakelijk is, om de buitenlijn te krijgen
(deze buitenlijncode dient door de fabrikant te worden opgegeven).
Dit is ofwel een 0 of een R (bij sommige installaties ook FLASH
genoemd), maar kan ook een ander cijfer zijn. Druk op OK.
5
Druk op OK. Uw fax controleert nu of de buitenlijn bereikbaar is.
6 ... is dit het geval, dan verschijnt:
TEST OK
7
...is dit niet het geval, dan verschijnt:
TEST NIET OK
8
U dient nu de gegevens nogmaals in te typen. Verander het kiestype
ofwel de toets voor de buitenlijn. Hebt u de juiste kies mode
gekozen en het juiste nummer voor de buitenlijn, maar verschijnt in
het display desondanks
TEST NIET OK
wis dan het nummer van de buitenlijn met <.
Als bij een telefooncentrale R als buitenlijncode is opgegeven en
er desondanks geen kiestoon mogelijk blijkt, dan voldoet uw
centrale niet aan de voorschriften. Aan het faxapparaat moeten in
dat geval bepaalde technische instellingen worden gewijzigd. U
kunt zich hiertoe tot onze telefonische klantenservice richten.










