Operation Manual
20 Philips PPF 685 · 695
NL
7 Draadloze telefoon
Draadloze telefoons zoeken
Zoekfunctie gebruiken
Deze functie helpt u bij het vinden van draadloze telefoons
die u zoekgemaakt hebt. De draadloze telefoons moeten bij
het toestel aangemeld zijn en zich in zijn bereik bevinden.
Druk aan het toestel op {. Alle bij het toestel aangemelde
draadloze telefoons rinkelen voor ongeveer een minuut.
Dect zoeken
In- en uitschakelen
U kunt uw draadloze telefoon uitschakelen om stroom te
sparen. Druk lang op ’ (tenminste twee seconden) om
de draadloze telefoon uit te schakelen. Druk lang op “
(tenminste twee seconden) om de draadloze telefoon in te
schakelen.
Door het menu navigeren
Door het menu navigeren
Druk op een van de twee cursortoetsen [ om het func-
tiemenu te openen. Blader door het menu met [. Met
OK kiest u een menufunctie. Met C keert u naar het vori-
ge menu-niveau terug. Met ’ verlaat u het menu en keert
u naar de uitgangsmodus terug.
Toetsen blokkeren
Op de monochrome Dect
1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.
2 Bevestig met OK.
3 Kies met [
BEVEILIGING.
4 Bevestig dit met OK.
5 Kies met [
TOETS.BRD BLOK.
6 Bevestig dit met OK.
7 Druk op ô
Ja om de functie in te schakelen. Druk op
õ
Nee om de functie uit te schakelen.
Op de Colour Dect
1 Druk op [ en kies met [ BEVEILIGING.
2 Bevestig dit met OK.
3 Kies met [
TOETS.BRD BLOK.
4 Bevestig dit met OK.
5 Druk op ô
Ja om de functie in te schakelen. Druk op
õ
Nee om de functie uit te schakelen.
Noodnummer activeren
Noodnummer
Met deze functie kunt u een nummer als noodnummer op-
slaan. Wanneer de noodroepfunctie geactiveerd is, wordt
het nummer gekozen zodra u op “ drukt. U kunt andere
telefoonnummers met de cijfertoetsen kiezen en opbellen.
Noodnummer
Op de monochrome Dect
1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.
2 Bevestig met OK.
3 Kies met [
BEVEILIGING.
4 Bevestig dit met OK.
5 Kies met [
ALARMNUMMER.
6 Bevestig met OK.
7 Druk op õ
WIJZIGEN.
8 Kies met [ ACTIVEREN om de functie in te schake-
len. Kies met [
DEACTIVEREN om de functie uit te
schakelen.
9 Bevestig dit met OK.
Noodnummerfunctie
Noodnummer wijzigen
1 Druk op [ en kies met [ INSTELLINGEN.
2 Bevestig met OK.
3 Kies met [
BEVEILIGING.
4 Bevestig dit met OK.
5 Kies met [
ALARMNUMMER.
6 Bevestig met OK.
7 Druk op õ
WIJZIGEN.
8 Kies met [ NR. WIJZIGEN.
9 Bevestig dit met OK.
10 Voer het nummer in.
11 Bevestig dit met OK.
Op de Colour Dect
1 Druk op [ en kies met [ BEVEILIGING.
2 Bevestig dit met OK.
3 Kies met [
ALARMNUMMER.
4 Bevestig met OK.
5 Druk op õ
WIJZIGEN.
6 Kies met [ ACTIVEREN om de functie in te schake-
len. Kies met [
DEACTIVEREN om de functie uit te
schakelen.
7 Bevestig dit met OK.
Noodnummerfunctie
Noodnummer wijzigen
1 Druk op [ en kies met [ BEVEILIGING.
2 Bevestig dit met OK.
3 Kies met [
ALARMNUMMER.
4 Bevestig met OK.
5 Druk op õ
WIJZIGEN.
6 Kies met [
NR. WIJZIGEN.
7 Bevestig dit met OK.
U kunt deze functie ook oproepen door op OK,
81 en OK te drukken.
Wij raden aan met deze functie geen echte nood-
nummers op te slaan (bijvoorbeeld politie of brand-
weer) zodat u deze noodnummers niet per ongeluk
opbelt.
Bij het eerste activeren van de functie moet u een
nummer invoeren. Dit nummer blijft opgeslagen.
Bij het eerste activeren van de functie moet u een
nummer invoeren. Dit nummer blijft opgeslagen.