Operation Manual
33
Störungen
Storing
Na het scannen toon de afdruk witte
of zwarte strepen.
De afdruk is een spiegeling van het
gescande document.
VERZENDFOUT
Foutrapport
GEEN VERBINDING
of
HERHALEN MISLUKT
GEEN AANSLUITING
GEEN KIESTOON
U neemt de hoorn van uw
faxapparaat op en hoort geen
kiestoon.
bezet
of
faxen worden telkens onderbroken.
U kunt geen faxen ontvangen.
U kunt niet telefoneren en geen
faxen ontvangen.
Mogelijke oorzaak
De scanner ligt niet vlak op het
document.
U heeft de scanner in de verkeerde
richting bewogen.
Slechte kwaliteit van de telefoonverbin-
ding.
Bij de ontvanger zit het papier vast, of
zijn papier is op.
Fax van uw partner is bezet, neemt niet
op, of een ander apparaat neemt op,
zoals een antwoordapparaat of een
telefoon.
Verkeerde aansluiting of losse stekker.
Uw apparaat is deel van een interne
telefooncentrale.
Telefoonkabel is aangesloten op de
aansluiting EXT. aan de onderkant van
het apparaat.
Telefoonkabel is aangesloten op de
aansluiting EXT. aan de onderkant van
het apparaat.
Uw faxpartner bezit een faxapparaat,
dat de tegenwoordig gebruikelijke
herkenningssignalen niet kan ontvan-
gen.
U hebt het aantal belsignalen voor het
antwoordapparaat of – bij een toestel
zonder antwoordapparaat – het totale
aantal belsignalen te hoog ingesteld. Bij
sommige faxapparaten duurt het
maken van de verbinding te lang en de
verzending wordt onderbroken.
Uw toestel is aan een telefooncentrale
aangeloten en u heeft het niet goed
ingesteld.
Oplossing
Drukt u de scanner steviger op het
document of leg het op een vlakke
ondergrond.
Beweeg de handscanner in de
richting van de pijl over het
document (symbool op de scanner
aan de rechterzijde).
Probeer nogmaals te faxen. Verlaag
de transmissiesnelheid (functie 21).
Bel de ontvangende partij.
Probeer het later nog eens of wijs
uw partner op een eventuele fout
in de installatie.
Controleer uw aansluiting.
Controleer de instelling via functie
15.
Sluit de telefoonkabel aan op de
aansluiting LINE aan de onderkant
van het apparaat.
Sluit de telefoonkabel aan op de
aansluiting LINE aan de onderkant
van het apparaat.
Probeer de fax handmatig te
verzenden: Druk op DIAL/l en
kies het faxnummer. U hoort dat
de verbinding wordt gemaakt.
Heeft de ontvanger een antwoord-
apparaat ingeschakeld, wacht dan
tot u na de meldtekst een pieptoon
hoort. Druk nu op START.
Stel het aantal belsignalen voor het
antwoordapparaat of het totale
aantal belsignalen resp. in functie
31 en 32 in op minder dan vijf.
Kies binnen functie 15
Pabx: JA
.










