Operation Manual

22
Resolutie
Wanneer u de beeldkwaliteit van uw faxapparaat wilt verbete-
ren, hebt u verder de beschikking over de opties FINE f (voor
klein gedrukte teksten of tekeningen) en PHOTO F (voor fo-
tos en afbeeldingen). Met de toets FINE/PHOTO kunt u voor
een van deze mogelijkheden kiezen. De gekozen optie wordt
door een symbool op het display gemarkeerd. Na verzending
van het fax of na 40 seconden, als de documentinvoeropening
geen documenten bevat, wordt de standaard-resolutie weer ac-
tief.
Verzendrapport foutrapport
Uw faxapparaat kan na elk verzonden document een verzend-
rapport afdrukken, waarmee de ontvangst van uw document
wordt bevestigd. Indien het zenden niet geheel gelukt is, krijgt
u hiervan een foutrapport. U kunt het afdrukken van het
verzendrapport in- en uitschakelen, een foutrapport wordt
echter altijd afgedrukt.
1 Druk op MENU, 43 en vervolgens op OK.
2 Kies met </> en bevestig met OK.
Transmissie
Intercontinentaalfunctie
Uw faxapparaat past de overdrachtssnelheid automatisch aan
de kwaliteit van de desbetreffende telefoonlijn aan. Met name
bij verzending naar andere werelddelen kan dit proces meer tijd
in beslag nemen. Is bekend dat de kwaliteit van de lijn slecht is,
dan kunt u in functie 21 al bij voorbaat een langzamere
overdrachtssnelheid kiezen, om de tijd en de telefoonkosten die
met de automatische aanpassing gepaard zouden gaan, te be-
sparen.
1 Druk op MENU,
21
en vervolgens op OK.
2 Kies met </> en bevestig met OK.
Compressie van het formaat
Om er zeker van te zijn dat de ontvangen faxen die iets langer
dan het A4-formaat zijn toch op 1 pagina afgedrukt worden,
worden deze pagina s lichtjes vertikaal verkleind. Als u dit niet
wilt, dan kunt u de verkleining in functie 46 uitschakelen.
1 Druk op MENU,
46
en vervolgens op OK.
2 Kies met </> en bevestig met OK.
Faxjournaal
Het faxjournaal is een lijst van de laatste 10 ontvangen en ver-
zonden faxen.
1
Druk op MENU, 41 en vervolgens op OK
.
2 Kies met </> of en wanneer het faxjournaal wordt
afgedrukt (na elke verzending of na tien geslaagde
transmissies). Bevestig met OK.
Afroep van faxen
Met behulp van deze functie kunnen documenten worden op-
gehaald die in de gebelde fax klaarliggen voor verzending.
Snel afroepen
1 Kies bij opgelegde hoorn het gewenste nummer en houd
START lang ingedrukt.
2 Als u ook een subadres of een code wilt invoeren (zie hiertoe
ook de volgende paragraaf Oproepen met code), voert u
eerst het telefoonnummer in en sluit dit af met R. Sluit hier
het gewenste subadres of de code direct op aan en houd
vervolgens START lang ingedrukt. (bijvoorbeeld:
12345R17).
Afroepen met code
Als uw faxpartner een code heeft ingevoerd om de op te halen
documenten te beschermen tegen onbevoegde toegang, doet u
het volgende:
1 Druk op MENU, 22 en vervolgens op OK.
2 Voer de code in en druk op OK.
3 Voer vervolgens het te kiezen nummer in en druk op
START. Als dit niet mogelijk is, dan kunt u de desbetref-
fende faxen handmatig ophalen door de hoorn van de haak
te nemen, het faxnummer te kiezen en op START te
drukken.
De oproepcodering werkt volgens de internationale ITU-
standaard. Er zijn echter ook fabrikanten die andere
coderingen gebruiken en daarom niet compatibel zijn.
Als u faxdocumenten naar faxdatabanken wilt sturen of
daaruit wilt oproepen, dan kunt u bij sommige databan-
ken het subadres direct aan het telefoonnummer toevoe-
gen. Zo spaart u telefoonkosten. Geef eerst het telefoon-
nummer van de databank in en sluit af met R. Voeg dan
het gewenste subadres eraan toe. Indien u niet zeker weet,
of uw faxoproepdienst subadressen accepteerd, neem dan
conctact op met uw afroepdienstaanbieder.