User manual
22 Philips · HDP16x0TV
6Netwerk
De projector kan worden aangesloten op het netwerk
met een vast bedrade netwerkkabel of via een draad
-
loze (Wi-Fi)-verbinding.
Gebruik de onderstaande procedure die geschikt is
voor het type aansluiting dat u wilt creëren.
LAN-netwerk
Aansluiten op het LAN-netwerk
1 Verbind een einde van een LAN-kabel (niet meege-
leverd) met de ETHERNET-poort van uw projector.
2 Verbind het andere einde van de LAN-kabel met het
netwerk.
3 Configureer de LAN-netwerkinstellingen in een
handmatige of automatische configuratie.
Automatische configuratie
De automatische configuratie van de lokale netwerkin-
stellingen kan worden overwogen, als uw lokale net-
werk een DHCP- of BOOTP-server heeft die dyna-
misch adressen kan toewijzen aan de randapparaten die
in het LAN aanwezig zijn.
De lokale netwerkinstellingen automatisch configure-
ren:
1 Schakel het toestel aan met de aan-/uittoets.
2 Na het beginscherm verschijnt het hoofdmenu.
3 Gebruik de navigatietoetsen om Instellingen te
selecteren.
4 Bevestig met .
5 Gebruik / en selecteer Draadloos en
Netwerken.
6 Bevestig met .
7 Gebruik / en selecteer Lan.
8 Bevestig met .
9 Gebruik / en selecteer aan.
10 Bevestig met .
11 Gebruik / en selecteer Gevorderd.
12 Bevestig met .
13 Gebruik / en selecteer Netwerkadres.
14 Bevestig met .
15 Controleer of Automatisch is geselecteerd.
Handmatige configuratie
Om uw projector handmatig te configureren, moet u
ervoor zorgen dat u de gebruikelijke informatie krijgt
die gebruikt wordt om een randtoestel in te stellen (IP-
adres, sub-netwerkmasker, netwerk- en gateway-
adres).
De lokale netwerkinstelling handmatig configureren:
1 Schakel het toestel aan met de aan-/uittoets.
2 Na het beginscherm verschijnt het hoofdmenu.
3 Gebruik de navigatietoetsen om Instellingen te
selecteren.
4 Bevestig met .
5 Gebruik / en selecteer Draadloos en
Netwerken.
6 Bevestig met .
7 Gebruik / en selecteer Lan.
8 Bevestig met .
9 Gebruik / en selecteer aan.
10 Bevestig met .
11 Gebruik / en selecteer Gevorderd.
12 Bevestig met .
13 Gebruik / en selecteer Netwerkadres.
14 Bevestig met .
15 Gebruik / en selecteer Gebruik statisch IP.
16 Bevestig met .
17 Voer de instellingen IP-adres, Gateway, Net-
masker, DNS1 en DNS2 in.
18 Bevestig met .
Draadloos netwerk (WLAN)
In een draadloos netwerk (Wireless Local Area Net-
work, WLAN) communiceren ten minste twee compu-
ters, printers of andere apparatuur via radiogolven
(hoge frequentiebanden) met elkaar. De gegevensover
-
dracht in een draadloos netwerk verloopt via de nor-
men 802.11a, 802.11b, 802.11g en 802.11n.
Notice
Verbinding!
De LAN-verbinding heeft voorrang op de Wi-
Fi-verbinding.
PHILIPS
VGA
1
2
S/PDIF
OPTICAL
AUDIO
OUT
TRIG
OUT
AV
IN
L
R
Screeneo_User-Manual_HDP16x0_TV_NL_253637294-A.book Page 22 Jeudi, 12. février 2015 3:27 15










