operation manual
Problemen oplossen
Dit hoofdstuk behandelt in het kort de problemen die u kunt tegenkomen tijdens het gebruik van
het apparaat. Als u het probleem niet kunt oplossen met de informatie hieronder, ga dan naar
www.philips.com/support voor een lijst met veelgestelde vragen of neem contact op met
het Consumer Care Centre in uw land.
Probleem Oplossing
Het apparaat werkt niet. Controleer of het voltage aangegeven op het apparaat
overeenkomt met de plaatselijke netspanning.
Controleer of:
Het apparaat op een stopcontact is aangesloten en is
ingeschakeld.
Het waterreservoir is gevuld met water.
Neem in alle andere gevallen contact op met het Philips
Consumer Care Centre.
Het apparaat blijft nog lang
druppelen nadat de
kofezetcyclus is voltooid.
Een paar druppels is normaal. Dit wordt veroorzaakt door
stoom die condenseert in het apparaat. Als er meer dan drie tot
vijf druppels kofe op de warmhoudplaat vallen nadat u de kan
verwijdert, is de druppelstop vuil. Duw de druppelstop open en
spoel deze af onder de lopende kraan.
Als u de kan langer dan 20 seconden uit het apparaat neemt,
begint de lterhouder over te lopen.
Als de bovenstaande oplossingen het probleem niet verhelpen,
neem dan contact op met het Philips Consumer Care Center.
Het lter loopt over tijdens
het kofezetten.
Controleer of de lterhouder goed in het apparaat zit. Als de
lterhouder niet correct is geplaatst, werkt de druppelstop niet.
Daardoor kan de lterhouder overlopen.
Als u tijdens het kofezetten de kan langer dan 20 seconden uit
het apparaat neemt, begint de lterhouder over te lopen.
De kofe is te slap. Stel de intensiteitsknop in op intens.
Doe meer gemalen kofe in de lterhouder om de juiste kofe-
waterverhouding te verkrijgen.
Controleer of het lterzakje niet naar binnen is geklapt.
Gebruik het juiste formaat lterzakje (1x4 of nr. 4).
Controleer of de kan leeg is voordat u gaat kofezetten.
De kofe is te sterk. Stel de intensiteitsknop in op mild.
Gebruik minder gemalen kofe of meer water.
Het kofezetten duurt lang. Ontkalk het apparaat (zie hoofdstuk ‘Ontkalken’).
Het apparaat produceert
veel lawaai of stoom tijdens
het zetproces.
Ontkalk het apparaat (zie hoofdstuk ‘Ontkalken’).
NEDERLANDS 49