Operation Manual
5.8.1.3 Nummer voor de gespreksdoorscha-
keling instellen
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / een
optie om het gesprek door te schakelen
(GSPR DOORSCH / DOORSCH BEZ.
/ GD GEEN ANTW).
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om het telefoonnummer in te
voeren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
5.8.2 Voicemail/antwoordapparaat op
het netwerk
Deze functie is afhankelijk van het land en is niet
in alle landen beschikbaar. De beller kan een
ingesproken bericht voor u achterlaten, wanneer
het gesprek niet wordt aangenomen. De
voicemail-functie is afhankelijk van het
land en moet bij uw netwerkaanbieder
worden aangevraagd.
Deze ingesproken
berichten worden automatisch op het netwerk
opgeslagen en niet op de handset.
Uitgebreide informatie over de voicemail is
verkrijgbaar bij uw netwerkaanbieder.
5.8.2.1 Voicemail activeren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie VOICEMAIL.
Druk op en selecteer met / de
functie ACTIVEREN.
De cijfercombinatie voor de aangevraagde
voicemaildienst wordt gekozen.
Druk na het kiezen van het
netwerkdienstnummer op de -toets om
naar de stand-by modus terug te keren.
6
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
5.8.2.2 Telefoonnummer van de
voicemailbox instellen
De dienst 'voicemailbox' is afhankelijk van het
land en niet in alle landen beschikbaar.
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie VOICEMAIL.
Druk op en selecteer met / de
functie INSTELLINGEN.
Druk op om het nummer in te voeren.
Druk op om de instellingen op te slaan.
Tip
Wanneer het nummer van de voicemailbox
ingesteld is, hoeft u alleen maar de -toets
ingedrukt te houden om uw voicemailbox te
bellen.
5.8.3 Informatiediensten van de
netwerkaanbieder
Met deze functie heeft u toegang tot de
informatiediensten van uw netwerkaanbieder.
Deze functie is afhankelijk van het land en
moet bij uw netwerkaanbieder worden
aangevraagd. Deze informatie is op het
netwerk opgeslagen en niet op de handset.
Bijzonderheden over de beschikbare
informatiediensten in uw land zijn verkrijgbaar
bij uw netwerkaanbieder.
5.8.3.1 Informatiedienst activeren
Roep met het hoofdmenu op.
Selecteer met / de functie
NETWERK SERV.
Druk op en selecteer met / de
functie INFORMATIE.
Druk op en selecteer met / de
functie ACTIVEREN.
Druk na het kiezen van het
netwerkdienstnummer op de -toets om
naar de stand-by modus terug te keren.
5
4
3
2
1
6
5
4
3
2
1
Andere functies van uw telef
oon
28










