Operation Manual

23
NAAIEN
Naast iedere beschreven steek of naaitechniek
geeft een overzicht de aanbevolen instellingen
en naaivoet aan. Zie de uitleg van het overzicht
rechts.
Beginnen met naaien - Rechte steek
6WHOXZPDFKLQHLQRSHHQUHFKWHVWHHN]LHKHW
overzicht rechts).
Breng de naaivoet omhoog en leg de stof eron-
der, naast een van de naadgeleiders op de steek-
SODDW2SKHWVSRHOKXLVGHNVHOVWDDWHHQQDDG
geleider van 6 mm.
Breng de naald omlaag op het punt waarop u
wilt beginnen. Breng de naaivoet omlaag en
trek de draden naar achteren. Het voetpedaal
LQGUXNNHQ*HOHLGGHVWRIYRRU]LFKWLJODQJVGH
naadgeleider en laat de machine de stof trans-
porteren.
Let op: Sommig naaiwerk gaat makkelijker als u de
naaldpositie verandert, zoals het doorstikken van een
kraag of het inzetten van een rits. De naaldpositie
wordt bepaald met het steekbreedtewieltje (0 is in het
midden, 6 is links/rechts, zie pagina 22).
Naairichting veranderen
2PYDQQDDLULFKWLQJWHYHUDQGHUHQVWRSWXGH
machine en draait u het handwiel naar u toe om
de naald omlaag te brengen in de stof.
Breng de naaivoet omhoog.
Draai de stof om de naald heen om de naai-
richting naar wens te veranderen. Breng de
naaivoet omlaag en naai verder in de nieuwe
richting.
Stoppen met naaien
Druk op de achteruitnaaihendel en naai enkele
steken achteruit aan het einde van de naad.
Breng de naaivoet omhoog en verwijder de stof,
waarbij u de draden naar achteren trekt.
7UHNGHGUDGHQRPKRRJLQGHGUDDGDIVQLMGHU
De draden worden op de juiste lengte afge-
sneden om de volgende naad te kunnen starten.
A. Aanbevolen steek
B. Steeklengte in mm
C. Steekbreedte in mm
D. Draadspanning
E. Aanbevolen naaivoet
steek
2-4 0 3-5 0
A B C D E
Ingesteld op rechte steek
steek
2-4 0 3-5 0